Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. visiteur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor visiteur (Frans) in het Engels

visiteur:

visiteur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le visiteur (invité; invitée)
    the guest
    • guest [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. le visiteur (hôte; invité)
    the guest; the overnight guest; the night guest; the guest for the night

Vertaal Matrix voor visiteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
guest hôte; invité; invitée; visiteur invité
guest for the night hôte; invité; visiteur
night guest hôte; invité; visiteur
overnight guest hôte; invité; visiteur

Synoniemen voor "visiteur":


Wiktionary: visiteur

visiteur visiteur
noun
  1. guest

Cross Translation:
FromToVia
visiteur guest; visitor Besuch — Person oder Personen, die [1] tätigen
visiteur visitor Besucher — jemand, der zu jemandem kommt, um mit ihm zu sprechen, um sich bei ihm aufzuhalten
visiteur guest; sojourner; invitee; visitor; visitant Gast — Person, die unentgeltlich oder gegen Entgelt beherbergen, bewirten oder befördern wirdWikipedia|Gast
visiteur visitor bezoeker — een persoon die iemand of iets bezoekt

Verwante vertalingen van visiteur