Éboulement in het Engels vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

éboulement:
- collapsing; prolapse; sinking; hollow; subsidence; going under; sinking in
Wiktionary:
- éboulement → collapse, cave in, cave
- éboulement → trip, landslide

Frans

Uitgebreide vertaling voor éboulement (Frans) in het Engels

l'éboulement (effondrement; écroulement)
the collapsing
- collapsing [the ~] zelfstandig naamwoord
l'éboulement (tassement de terrain; affaissement; écroulement)
the prolapse; the sinking; the hollow; the subsidence; the going under; the sinking in
- prolapse [the ~] zelfstandig naamwoord
- sinking [the ~] zelfstandig naamwoord
- hollow [the ~] zelfstandig naamwoord
- subsidence [the ~] zelfstandig naamwoord
- going under [the ~] zelfstandig naamwoord
- sinking in [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
collapsing	effondrement; éboulement; écroulement	abaissement; affaissement; chute; crise; dépression; effondrement; écroulement
going under	affaissement; tassement de terrain; éboulement; écroulement
hollow	affaissement; tassement de terrain; éboulement; écroulement	caverne; cavité; compartiment; creux; cuvette; cuvette dans les dunes; fosse; niche; tanière; trou
prolapse	affaissement; tassement de terrain; éboulement; écroulement
sinking	affaissement; tassement de terrain; éboulement; écroulement	abaisser
sinking in	affaissement; tassement de terrain; éboulement; écroulement
subsidence	affaissement; tassement de terrain; éboulement; écroulement	bassin
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
prolapse		couler; s'affaisser; s'effrondrer; s'enfoncer; s'enliser; s'ébouler; s'écrouler; sombrer
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hollow		banal; creux; enfoncé; maigre; maigre comme un clou; maigre comme un coucou; maigre comme un échalas; vide de sens

éboulement

noun

chute d’une chose qui s’ébouler ou état d’une chose éboulée.
- éboulement → collapse

éboulement

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• éboulement	→ trip	↔ Rutsch — Gleiten, Schlittern über den Erdboden
• éboulement	→ landslide	↔ aardverschuiving — het naar beneden schuiven van een grote massa grond