Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. écart:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor écart (Frans) in het Engels

écart:

écart [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'écart (envergure; portée)
    the span; the width
    • span [the ~] zelfstandig naamwoord
    • width [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'écart (égarement; aberration; digression)
    the aberration; the wandering; the straying; the digression
  3. l'écart
    the variance
    – The difference between two values, such as the difference between estimated and actual expenses. 1
    • variance [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor écart:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aberration aberration; digression; écart; égarement trouble mental; trouble psychique
digression aberration; digression; écart; égarement aberration; digression
span envergure; portée; écart envergure
straying aberration; digression; écart; égarement
variance écart latitude; marge; variante
wandering aberration; digression; écart; égarement course à l'aventure; errance; excursion; odyssée; pérégrination; randonnée; vagabondage; voyage à pied
width envergure; portée; écart distance; envergure; largeur; écartement; éloignement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
span couvrir; enjamber; entourer de; gainer; mouler; serrer
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wandering errant; nomade; vagabond

Synoniemen voor "écart":


Wiktionary: écart

écart
noun
  1. Action par laquelle deux parties s’écartent.
  2. Économie.
    • écartgap
écart
noun
  1. opening made by breaking or parting

Cross Translation:
FromToVia
écart aberration Abweichung — das Nichterfüllung einer Regelmäßigkeit

Verwante vertalingen van écart