Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor adjonction (Frans) in het Engels

adjonction:

adjonction [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'adjonction (annexe; addition; supplément; )
    the addition; the appendix; the addendum; the supplement; the affix; the appendage; the extra
    • addition [the ~] zelfstandig naamwoord
    • appendix [the ~] zelfstandig naamwoord
    • addendum [the ~] zelfstandig naamwoord
    • supplement [the ~] zelfstandig naamwoord
    • affix [the ~] zelfstandig naamwoord
    • appendage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • extra [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'adjonction (additif; addition; supplément; )
    the addition; the additive; the extension

Vertaal Matrix voor adjonction:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
addendum additif; addition; adjonction; ajout; annexe; appendice; complément; supplément addendum
addition addenda; additif; addition; adjonction; ajout; annexe; appendice; complément; supplément accroissement; addition; agrandissement; ajout; annexe; ascension; augmentation; croissance; crue; extension; hausse; montée; somme
additive addenda; additif; addition; adjonction; ajout; annexe; appendice; supplément ajout; extension
affix additif; addition; adjonction; ajout; annexe; appendice; complément; supplément
appendage additif; addition; adjonction; ajout; annexe; appendice; complément; supplément
appendix additif; addition; adjonction; ajout; annexe; appendice; complément; supplément annexe; caecum; pièce jointe; supplément
extension addenda; additif; addition; adjonction; ajout; annexe; appendice; supplément accroissement; additif; addition; agrandissement; ajout; allonge; annexe; augmentation; bâtiments communs; chasse d'eau; dépendance; expansion; extension; extension de nom de fichier; grossissement; prolongation; rallonge; suppléance; supplément; épaississement
extra additif; addition; adjonction; ajout; annexe; appendice; complément; supplément bis; extra; figurant; prime; supplément
supplement additif; addition; adjonction; ajout; annexe; appendice; complément; supplément addition; annexe; complément; pièce jointe; suppléance; supplément
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affix agrafer; attacher; attacher à qc; coller; coudre; engluer; fixer; installer; lier; marquer; nouer; parapher; poser; rattacher; renforcer; s'attacher; suturer; timbrer
supplement supplémenter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extra ajouté; en supplément; supplémentaire

Synoniemen voor "adjonction":