Home ->Woordenboeken ->Frans/Engels ->Vertaal bordure

Vertaal bordure van Frans naar Engels

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

bordure:
- seam; frame work; rim; ornamental border
- border
Wiktionary:
- bordure → border, kerb

Frans

Uitgebreide vertaling voor bordure (Frans) in het Engels

bordure:

bordure [la ~] zelfstandig naamwoord

la bordure (lisière; orée)
the seam
- seam [the ~] zelfstandig naamwoord
la bordure (cadre; encadrement)
the frame work
- frame work [the ~] zelfstandig naamwoord
la bordure (limite; petit bord)
the rim
- rim [the ~] zelfstandig naamwoord
la bordure
the ornamental border
- ornamental border [the ~] zelfstandig naamwoord

bordure

bordure
the border
– The visible line around the edge of an object. For example, the four lines of a rectangle that comprise its border. ¹
- border [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bordure:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
border	bordure	application; bord; borne; cordonnet; frontière; frontière d'un pays; galon; liseré; lisière; marge; passement; passepoil; ruban
frame work	bordure; cadre; encadrement
ornamental border	bordure
rim	bordure; limite; petit bord	cadre; cordonnet; encadrement; galon; jante; liseré; passement; passepoil; ruban
seam	bordure; lisière; orée	entrebâillement; joint
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
border		avoisiner; border; côtoyer; encadrer; entourer; galonner; ganser; jouxter; lisérer; ourler; toucher; toucher à; être attenant à; être limitrophe à
seam		border; encadrer; ourler

Synoniemen voor "bordure":

accotement; bord; côté; bas-côté; trottoir; rebord; pourtour; banlieue; périphérie; contour; tour; liseré; orée; limite; rive; côte; garniture; ornement; cordon; haie; ligne; barrière; carnèle; encadrement; baguette; cadre; cartouche; chambranle; châssis; entourage; huisserie; listel; mandorle; feston; frange; guirlande; passementerie; torsade; frontière; lisière; borne; démarcation; délimitation; confins; séparation; lice; arène; cirque; stade; carrière; palissade; extrémité; liséré; bande; marge; écart; distance; blanc; délai; orle; filet; ourlet; repli; pli; périmètre; environs

Wiktionary: bordure

bordure

noun

Ce qui garnit, orne ou renforce le bord de quelque chose.
- bordure → border

bordure

noun

edge between pavement and roadway
- kerb → bordure du trottoir; bordure
a decorative strip around the edge of something
- border → bordure
the outer edge of something
- border → bord; bordure

Verwante vertalingen van bordure

¹Microsoft® Language Portal