Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. dédoublement:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor dédoublement (Frans) in het Engels

dédoublement:

dédoublement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le dédoublement (scission; dissociation; fendre)
    the split
    • split [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. le dédoublement
    the ghosting
    – The process of turning a regular file-backed item into a ghosted item. 1
    • ghosting [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dédoublement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ghosting dédoublement
split dissociation; dédoublement; fendre; scission cannelure; coupe-feu; crevasse; déchirure; décousure; entaille; entrebâillement; fente; gorge; gouffre; pare-feu; partie décousue; précipice; rainure; ravin; sillon; tranchée
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
split cliver; couper; dissocier; décamper; découper en morceaux; découpler; détacher; fendre; fissionner; fissurer; foutre le camp; fractionner; hacher; scinder; se fendiller; se fendre; séparer
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
split bifurqué; fendu

Synoniemen voor "dédoublement":

  • ubiquité; omniprésence

Wiktionary: dédoublement

dédoublement
noun
  1. Séparation de deux substances mélangées