Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. interrupteur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor interrupteur (Frans) in het Engels

interrupteur:

interrupteur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'interrupteur (bouton; commutateur; disjoncteur)
    the switch
    – control consisting of a mechanical or electrical or electronic device for making or breaking or changing the connections in a circuit 1
    • switch [the ~] zelfstandig naamwoord
    the light switch
  2. l'interrupteur
    the interrupter
  3. l'interrupteur (disjoncteur; coupe-circuit)
    the contact-breaker

Vertaal Matrix voor interrupteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contact-breaker coupe-circuit; disjoncteur; interrupteur
interrupter interrupteur
light switch bouton; commutateur; disjoncteur; interrupteur
switch bouton; commutateur; disjoncteur; interrupteur aiguille; bifurcation de la voie ferrée; bifurcation du chemin de fer; bouton; bouton-pression; changement; changement de voie ferrée; changeur; commutateur; conversion; distributeur de monnaie; inverseur; permutation; remplaçant; rentrant; substitution; échange
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
switch alterner; altérer; annuler; basculer; changer; changer de place; changer de vitesse; confondre; embarrasser; faire un échange; modifier; passer les vitesses; permuter; renvoyer; substituer; tourner en sens contraire; transformer; troquer; troquer contre; varier; échanger; échanger contre

Synoniemen voor "interrupteur":


Wiktionary: interrupteur

interrupteur
noun
  1. élec|nocat=1 organe qui a pour but d’interrompre un circuit électrique et le passage du courant.
interrupteur
noun
  1. switch used to turn on or off the light
  2. Device to turn electric current on and off or direct its flow

Cross Translation:
FromToVia
interrupteur switch SchalterTechnik: elektrisches Bauelement zur Herstellung oder Unterbrechung einer elektrischen Verbindung

Verwante vertalingen van interrupteur