Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. l'ossature:


Frans

Uitgebreide vertaling voor l'ossature (Frans) in het Engels

l'ossature:

l'ossature [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'ossature (squelette; châssis; cadre; )
    the frame-work; the chassis; the carcass; the foundation; the structure; the shell

Vertaal Matrix voor l'ossature:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
carcass cadre; cadres; carcasse; charpente; châssis; encadrement; l'ossature; squelette cadre; carcasse; charpente; châssis; squelette
chassis cadre; cadres; carcasse; charpente; châssis; encadrement; l'ossature; squelette base; chevalet; châssis; pied; support; tréteau
foundation cadre; cadres; carcasse; charpente; châssis; encadrement; l'ossature; squelette base; caisse de retraite; couche d'apprêt; fondation; fondement; fonds; installation; instauration; institution; édification
frame-work cadre; cadres; carcasse; charpente; châssis; encadrement; l'ossature; squelette
shell cadre; cadres; carcasse; charpente; châssis; encadrement; l'ossature; squelette bogue; bombe; boîte; brou; cadre; carapace; carcasse; carton; charpente; châssis; coque; coquille; cosse; couche; emballage; empaquetage; enveloppe; enveloppement; explosif; gousse; grenade; interpréteur de commandes; maison uniquement constituée du corps; obus; peau; pelure; projectile; squelette; écale; écorce
structure cadre; cadres; carcasse; charpente; châssis; encadrement; l'ossature; squelette base; bureaucratie; bâtiment; bâtisse; chantier; construction; grandes lignes; immeuble; ligne de fond; lot; lotissement; maison; monument; parcelle; parcelle de terrain; secteur du bâtiment; structure; terrain vague; terrain à bâtir; édifice
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shell bombarder; mitrailler; tirer sur
structure structurer