Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. mettre en morceaux:


Frans

Uitgebreide vertaling voor mettre en morceaux (Frans) in het Engels

mettre en morceaux:

mettre en morceaux werkwoord

  1. mettre en morceaux (casser en morceaux; casser; écraser; )
    to shatter; to break; to smash to pieces; to smash; to smash up; to knock to pieces
    • shatter werkwoord (shatters, shattered, shattering)
    • break werkwoord (breaks, broke, breaking)
    • smash to pieces werkwoord (smashs to pieces, smashed to pieces, smashing to pieces)
    • smash werkwoord (smashs, smashed, smashing)
    • smash up werkwoord (smashs up, smashed up, smashing up)
    • knock to pieces werkwoord (knocks to pieces, knocked to pieces, knocking to pieces)
  2. mettre en morceaux (fracasser; casser; écraser; )
    to smash; to smash up; to smash to pieces; to knock to pieces
    • smash werkwoord (smashs, smashed, smashing)
    • smash up werkwoord (smashs up, smashed up, smashing up)
    • smash to pieces werkwoord (smashs to pieces, smashed to pieces, smashing to pieces)
    • knock to pieces werkwoord (knocks to pieces, knocked to pieces, knocking to pieces)

Vertaal Matrix voor mettre en morceaux:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
break distraction; détente; entracte; fracture; fuite; hernie; heure du déjeuner; heure du repas; intermittence; interruption; intervalle; mi-temps; pause; pause de midi; pause du midi; pause déjeuner; pause-déjeuner; relâchement; repos; rupture; récréation; temps d'arrêt; temps de repos; temps mort; trêve; évasion
smash accrochage; chute de la bourse; collision; effondrement; heurt; krach; succè; tube; écroulement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
break briser; broyer; casser; casser en morceaux; démolir; fracasser; mettre en morceaux; rabattre; rompre; écraser abattre; abîmer; bousiller; briser; casser; casser intentionellement; commencer à faire jour; craquer; craqueter; démolir; détruire; esquinter; fracasser; jeter dans; lancer; mettre en pièces; rompre; se briser; se casser; se conduire mal; se lever; se méconduire; se tenir mal; tarauder; tomber en morceaux; tomber en pièces; tourner mal; écraser
knock to pieces briser; broyer; casser; casser en morceaux; démolir; fracasser; mettre en morceaux; rabattre; rompre; écraser
shatter briser; broyer; casser; casser en morceaux; démolir; fracasser; mettre en morceaux; rabattre; rompre; écraser broyer; exploser; faire voler en éclats; jeter dans; lancer; mâchurer; pulvériser; réduire en poudre; sauter; éclater; éclater en morceaux; écraser
smash briser; broyer; casser; casser en morceaux; démolir; fracasser; mettre en morceaux; rabattre; rompre; écraser abattre; abîmer; briser; broyer; casser; démolir; détruire; fracasser; frapper; mettre en pièces; mâchurer; pulvériser; rompre; réduire en poudre; se briser; se casser; smasher; écraser
smash to pieces briser; broyer; casser; casser en morceaux; démolir; fracasser; mettre en morceaux; rabattre; rompre; écraser
smash up briser; broyer; casser; casser en morceaux; démolir; fracasser; mettre en morceaux; rabattre; rompre; écraser bousiller une voiture; faire une perte totale

Verwante vertalingen van mettre en morceaux