Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. planification:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor planification (Frans) in het Engels

planification:

planification [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la planification
    the scheme; the plan; the objective; the intention; the idea
    • scheme [the ~] zelfstandig naamwoord
    • plan [the ~] zelfstandig naamwoord
    • objective [the ~] zelfstandig naamwoord
    • intention [the ~] zelfstandig naamwoord
    • idea [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. la planification (agenda)
    the schedule
    – The timing and sequence of tasks within a project. 1
    • schedule [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor planification:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
idea planification avis; but; cible; compréhension; concept; conception; conscience; conviction; dessein; destination; doctrine; entendement; exposé; façon de penser; façon de voir; idée; intention; interprétation; jugement; mentalité; notion; objectif; opinion; optique; pensée; perspective; point de vue; position; prise de position; réalisation; réflexion; sentence; vision
intention planification application; avantage; but; cible; consécration; contenance; contenu; dessein; destination; dévouement; effort; enjeu; intention; mise; mise à prix; objectif; portée; projet; propos; résolution; sens; tentative; utilité
objective planification application; but; but final; cible; consécration; dessein; destination; destination de voyage; destination finale; dévouement; effort; enjeu; intention; mise; mise à prix; objectif; objectif final; objectif visé; projet; tentative
plan planification abrégé; aperçu; aperçu de la situation; condensé; dessin; dessin des lieux; exposé; plan; plan municipal; projet; projet de base; récapitulation; résumé; sommaire
schedule agenda; planification index; liste; plan du vol; table; tableau
scheme planification application; but; cible; consécration; dessein; destination; dévouement; effort; enjeu; intention; mise; mise à prix; modèle; modèle de couleurs; objectif; projet; système; tentative
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plan avoir en vue; avoir l'intention de; compter faire; concevoir; concevoir un plan; envisager; imaginer; organiser; planifier; projeter; préparer; prévoir; tramer
schedule planifier
scheme grenouiller; intriguer; magouiller
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
objective impartial; objectif; objectivement

Synoniemen voor "planification":


Wiktionary: planification

planification
noun
  1. Organisation suivant un plan.
planification
noun
  1. function
  2. time at which a particular event is scheduled