Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor raccordement (Frans) in het Engels

raccordement:

raccordement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le raccordement (accouplement; embrayage; enclenchement)
    the coupling; the linking; the pandering; the docking; the attaching; the procuring; the making a match

Vertaal Matrix voor raccordement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
attaching accouplement; embrayage; enclenchement; raccordement fait de fixer; fixer; rattachement
coupling accouplement; embrayage; enclenchement; raccordement
docking accouplement; embrayage; enclenchement; raccordement
linking accouplement; embrayage; enclenchement; raccordement accouplement; assemblage; combinaison; communication; commutation; connexion; contact; couplage; enchaînement; interface; jonction; le rapport; liaison; ligne téléphonique; raccord; relation; réunion; union
making a match accouplement; embrayage; enclenchement; raccordement
pandering accouplement; embrayage; enclenchement; raccordement
procuring accouplement; embrayage; enclenchement; raccordement
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
linking liaison
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
linking adhérant à; qui devient membre de; s'affiliant à; s'enrolant dans

Synoniemen voor "raccordement":


Verwante vertalingen van raccordement