Home ->Woordenboeken ->Frans/Spaans ->Zoek: caille

Franse en Spaanse zoekresultaten voor: caille

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

caille:
- codorniz
caillé:
- cuajado
écaille:
- escama; rizo; tufo; rulo; bucle
Wiktionary:
- caille → codorniz
- caille → codorniz
- caillé → leche cuajada, quesillo, requesón, quark
- écaille → escama
- écaille → escama

Frans

Uitgebreide vertaling voor caille (Frans) in het Spaans

caille:

caille [la ~] zelfstandig naamwoord

la caille
la codorniz
- codorniz [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor caille:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
codorniz	caille

Wiktionary: caille

caille

noun

Oiseau
- caille → codorniz

Cross Translation:

From	To	Via
• caille	→ codorniz	↔ kwartel — Coturnix coturnix, vederwild en hoendervogel
• caille	→ codorniz	↔ quail — any of several small game birds

caillé:

caillé bijvoeglijk naamwoord

caillé (coagulé)
cuajado
- cuajado bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor caillé:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cuajado	caillé; coagulé	fixe; fixement; impassible; raide; rigide

Wiktionary: caillé

Cross Translation:

From	To	Via
• caillé	→ leche cuajada; quesillo; requesón	↔ Matte — westmitteldeutsch: geronnene Milch, Quark
• caillé	→ requesón; quark	↔ quark — soft creamy cheese

écaille:

écaille [la ~] zelfstandig naamwoord

l'écaille (écaillure; pellicule; squame)
la escama
- escama [la ~] zelfstandig naamwoord
l'écaille (boucle; flocon; pellicule; copeau; puce; éclat; microprocesseur)
el rizo; el tufo; el rulo; el bucle
- rizo [el ~] zelfstandig naamwoord
- tufo [el ~] zelfstandig naamwoord
- rulo [el ~] zelfstandig naamwoord
- bucle [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor écaille:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bucle	boucle; copeau; flocon; microprocesseur; pellicule; puce; écaille; éclat	boucle; frison; pissotière; serrure; spirale; urinoir; écluse; écluses
escama	pellicule; squame; écaille; écaillure
rizo	boucle; copeau; flocon; microprocesseur; pellicule; puce; écaille; éclat	boucle; boucle de cheveux; frison; looping; mèche; pissotière; serrure; spirale; urinoir; écluse; écluses
rulo	boucle; copeau; flocon; microprocesseur; pellicule; puce; écaille; éclat	fer à friser; frisoir; papillote
tufo	boucle; copeau; flocon; microprocesseur; pellicule; puce; écaille; éclat	exhalaison; exhalation; fumée; fumée épaisse; vapeur

Synoniemen voor "écaille":

coquille; coque; coquillage; carapace; conque; squame; écaillure; fragment; ébréchure; écornure; épaufrure; enveloppe; contenant; étui; fourreau; gaine; écrin; emballage; housse; cosse; gousse; bogue; gangue; pelure; peau; pellicule; écorce

Wiktionary: écaille

écaille

noun

Petites lames minces et plates qui couvrir la peau de certains poissons et de certains reptiles.
- écaille → escama

Cross Translation:

From	To	Via
• écaille	→ escama	↔ Schuppe — regelmäßig geformte Platte aus Horn o. Ä. als Bestandteil der Haut vieler Tiere
• écaille	→ escama	↔ scale — keratin pieces covering the skin of certain animals