Overzicht
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. deux:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor deux (Frans) in het Spaans

deux:

deux

  1. deux

deux [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le deux (couple; paire; brochette; bande; brelan)
    la pareja; el par
    • pareja [la ~] zelfstandig naamwoord
    • par [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. le deux (paire; couple)
    la pareja; el dúo
    • pareja [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dúo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor deux:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dúo couple; deux; paire
par bande; brelan; brochette; couple; deux; paire couple; paire; pareil; égal
pareja bande; brelan; brochette; couple; deux; paire compagne; contrepartie; couple; femme; paire; partenaire; pendant; épouse
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
dos deux

Synoniemen voor "deux":


Wiktionary: deux

deux
  1. -
noun
  1. chiffre qui marquer deux.

Cross Translation:
FromToVia
deux dos twee — getal
deux dos twee — telwoord
deux dos Zwei — die Ziffer Zwei (2, ٢, , 貳)
deux dos zwei — zwei, die Kardinalzahl zwischen eins und drei
deux segundo second — second (numeral)
deux dos two — one plus one
deux dos two — digit or figure

Verwante vertalingen van deux