Frans

Uitgebreide synoniemen voor biens in het Frans

biens:

biens [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le biens
    la choses; l'affaires; le trucs; le biens
    • choses [la ~] zelfstandig naamwoord
    • affaires [la ~] zelfstandig naamwoord
    • trucs [le ~] zelfstandig naamwoord
    • biens [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. le biens
    la marchandise; la marchandises; l'articles; le biens
  3. le biens
    le biens; la fortune; l'avoir
    • biens [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fortune [la ~] zelfstandig naamwoord
    • avoir [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. le biens
    la propriété; la possession; la propriétés; le biens; le bien
  5. le biens
    la marchandises; l'articles commerciaus; le biens; la marchandise
  6. le biens
    la possession; le biens; la propriété
  7. le biens
    la possessions; la propriétés; l'affaires; le biens
  8. le biens
    le mobilier; l'équipement ménager; le biens; la possession; le meubles; le biens meubles; la propriété; l'actif
  9. le biens
    le biens; l'articles de consommation; la marchandises

Alternatieve synoniemen voor "biens":


Verwante synoniemen voor biens