Frans

Uitgebreide synoniemen voor chaîne in het Frans

chaîne:

chaîne [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la chaîne
    la chaîne; la menotte; l'entrave; le fers
    • chaîne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • menotte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • entrave [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fers [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. la chaîne
    le réseau; le filet; la chaîne; le treillis; l'antenne
    • réseau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • filet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • chaîne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • treillis [le ~] zelfstandig naamwoord
    • antenne [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. la chaîne
    la chaîne; le collier; la chaînette; la séquence; le cycle; l'enchaînement
  4. la chaîne
    la chaîne; l'enchaînement
  5. la chaîne
    la chaîne; l'antenne
    • chaîne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • antenne [la ~] zelfstandig naamwoord
  6. la chaîne
    le collier; la chaîne
    • collier [le ~] zelfstandig naamwoord
    • chaîne [la ~] zelfstandig naamwoord
  7. la chaîne
    la chaîne antidérapante; la chaîne
  8. la chaîne
    la lisse; la chaîne
    • lisse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • chaîne [la ~] zelfstandig naamwoord
  9. la chaîne
    la chaîne
    • chaîne [la ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "chaîne":


Verwante synoniemen voor chaîne