Frans

Uitgebreide synoniemen voor gîte in het Frans

gîte:

gîte [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le gîte
    le gîte; le terrier; le repaire; le refuge
    • gîte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • terrier [le ~] zelfstandig naamwoord
    • repaire [le ~] zelfstandig naamwoord
    • refuge [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. le gîte
    le gîte; le gîte de lièvre
  3. le gîte
    l'accommodation; le logement; l'hébergement; le domicile; l'habitation; l'abri; le gîte; le foyer; l'hospice; la maison d'accueil
  4. le gîte
    la chambre à coucher; le logis; le gîte
  5. le gîte
    le gîte; le lièvre
    • gîte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • lièvre [le ~] zelfstandig naamwoord

gîte [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la gîte
    la gîte; la bande
    • gîte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bande [la ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "gîte":


Verwante synoniemen voor gîte