Franse synoniemen van honneur, ander woord voor honneur

Remove Ads

Overzicht

Frans Synoniemen: Meer gegevens...

Frans

Uitgebreide synoniemen voor honneur in het Frans

honneur:

honneur [le ~] zelfstandig naamwoord

l'honneur
l'honneur; la fierté; l'orgueil; la gloire; la réputation; le sentiment d'honneur
- honneur [le ~] zelfstandig naamwoord
- fierté [la ~] zelfstandig naamwoord
- orgueil [le ~] zelfstandig naamwoord
- gloire [la ~] zelfstandig naamwoord
- réputation [la ~] zelfstandig naamwoord
- sentiment d'honneur [le ~] zelfstandig naamwoord
l'honneur
l'honneur; la voûte; la rondeur; l'arche; la flexion
- honneur [le ~] zelfstandig naamwoord
- voûte [la ~] zelfstandig naamwoord
- rondeur [la ~] zelfstandig naamwoord
- arche [la ~] zelfstandig naamwoord
- flexion [la ~] zelfstandig naamwoord
l'honneur
l'honneur; la sagesse; la pudeur; la modestie; la vertu; la fiabilité; la validité; l'honnêteté; la solidité; la légitimité; la chasteté; la droiture; l'honorabilité; la pudicité; la qualités solides
- honneur [le ~] zelfstandig naamwoord
- sagesse [la ~] zelfstandig naamwoord
- pudeur [la ~] zelfstandig naamwoord
- modestie [la ~] zelfstandig naamwoord
- vertu [la ~] zelfstandig naamwoord
- fiabilité [la ~] zelfstandig naamwoord
- validité [la ~] zelfstandig naamwoord
- honnêteté [la ~] zelfstandig naamwoord
- solidité [la ~] zelfstandig naamwoord
- légitimité [la ~] zelfstandig naamwoord
- chasteté [la ~] zelfstandig naamwoord
- droiture [la ~] zelfstandig naamwoord
- honorabilité [la ~] zelfstandig naamwoord
- pudicité [la ~] zelfstandig naamwoord
- qualités solides [la ~] zelfstandig naamwoord
l'honneur
l'honneur; le respect; le louanges; l'éloge
- honneur [le ~] zelfstandig naamwoord
- respect [le ~] zelfstandig naamwoord
- louanges [le ~] zelfstandig naamwoord
- éloge [le ~] zelfstandig naamwoord
l'honneur
la fierté; l'honneur; la gloire; l'orgueil; le sentiment d'honneur
- fierté [la ~] zelfstandig naamwoord
- honneur [le ~] zelfstandig naamwoord
- gloire [la ~] zelfstandig naamwoord
- orgueil [le ~] zelfstandig naamwoord
- sentiment d'honneur [le ~] zelfstandig naamwoord
l'honneur
l'honneur; la décoration
- honneur [le ~] zelfstandig naamwoord
- décoration [la ~] zelfstandig naamwoord
l'honneur
la gloire; l'étincellement; le scintillement; l'honneur; la splendeur
- gloire [la ~] zelfstandig naamwoord
- étincellement [le ~] zelfstandig naamwoord
- scintillement [le ~] zelfstandig naamwoord
- honneur [le ~] zelfstandig naamwoord
- splendeur [la ~] zelfstandig naamwoord
l'honneur
la propreté; la bienséance; l'honneur; la décence; la respectabilité; la distinction; la convenance
- propreté [la ~] zelfstandig naamwoord
- bienséance [la ~] zelfstandig naamwoord
- honneur [le ~] zelfstandig naamwoord
- décence [la ~] zelfstandig naamwoord
- respectabilité [la ~] zelfstandig naamwoord
- distinction [la ~] zelfstandig naamwoord
- convenance [la ~] zelfstandig naamwoord
l'honneur
l'honneur
- honneur [le ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "honneur":

Verwante synoniemen voor honneur

Remove Ads

Synoniemen voor "honneur" in het Frans

Uitgebreide synoniemen voor honneur in het Frans

honneur:

honneur [le ~] zelfstandig naamwoord

l'honneur

l'honneur

l'honneur

l'honneur

l'honneur

l'honneur

l'honneur

l'honneur

l'honneur

Alternatieve synoniemen voor "honneur":

Verwante synoniemen voor honneur