Frans

Uitgebreide synoniemen voor net in het Frans

net:

net bijvoeglijk naamwoord

  1. net
    net; nette
    • net bijvoeglijk naamwoord
    • nette bijvoeglijk naamwoord
  2. net
    net
    • net bijvoeglijk naamwoord
  3. net
    propre; net; clair; proprement; bien
    • propre bijvoeglijk naamwoord
    • net bijvoeglijk naamwoord
    • clair bijvoeglijk naamwoord
    • proprement bijvoeglijk naamwoord
    • bien bijvoeglijk naamwoord
  4. net
    soigné; propre; net; nettoyé; rangé; ordonné; bien rangé; avec soin
  5. net
    reconnaissable; compréhensible; évident; identifiable; net; sans équivoque; clair; clairement; perceptible; univoque; de façon univoque; manifestement
  6. net
    propre; net; décent; ordonné
  7. net
    propre; hygiénique; pure; nettement; net; purement; proprement; hygiéniquement
  8. net
    évident; manifestement; vivant; clairement; clair; net; concret; palpable; qui s'adresse à vue
  9. net
    univoque; évident; sans équivoque; clairement; de façon univoque; net; manifestement; clair
  10. net
    sec; net; sèchement
    • sec bijvoeglijk naamwoord
    • net bijvoeglijk naamwoord
    • sèchement bijvoeglijk naamwoord
  11. net
    compréhensible; clair; clairement; manifestement; évident; net
  12. net
    évident; perpendiculaire; direct; perpendiculairement; net; vertical; verticalement
  13. net
    vif; coupant; aigu; acerbe; pointu; passionné; tranchant; aigre; avec virulence; fervent; perçant; dur; fin; net; sévère; violent; rigoureux; rigide; rude; intense; perspicace; piquant; sévèrement; rigoureusement; strictement; cuisant; aigrement
  14. net
    pur; authentique; net; nature; chaste
    • pur bijvoeglijk naamwoord
    • authentique bijvoeglijk naamwoord
    • net bijvoeglijk naamwoord
    • nature bijvoeglijk naamwoord
    • chaste bijvoeglijk naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "net":


Verwante synoniemen voor net