Synoniemen voor "piquant" in het Frans

sexy; voluptueux; passionnant; excitant; lubrique; pimenté; piquant; captivant

• sexy bijvoeglijk naamwoord
• voluptueux bijvoeglijk naamwoord
• passionnant bijvoeglijk naamwoord
• excitant bijvoeglijk naamwoord
• lubrique bijvoeglijk naamwoord
• pimenté bijvoeglijk naamwoord
• piquant bijvoeglijk naamwoord
• captivant bijvoeglijk naamwoord

piquant; chaud; appétissant; ragoûtant

• piquant bijvoeglijk naamwoord
• chaud bijvoeglijk naamwoord
• appétissant bijvoeglijk naamwoord
• ragoûtant bijvoeglijk naamwoord

sarcastiquement; piquant; mordant; avec sarcasme; incisif; d'une façon mordante

• sarcastiquement bijvoeglijk naamwoord
• piquant bijvoeglijk naamwoord
• mordant bijvoeglijk naamwoord
• avec sarcasme bijvoeglijk naamwoord
• incisif bijvoeglijk naamwoord
• d'une façon mordante bijvoeglijk naamwoord

piquant; relevé; épicé; salé; croustillant; poivré

• piquant bijvoeglijk naamwoord
• relevé bijvoeglijk naamwoord
• épicé bijvoeglijk naamwoord
• salé bijvoeglijk naamwoord
• croustillant bijvoeglijk naamwoord
• poivré bijvoeglijk naamwoord

épicé; piquant; âcre; âpre

• épicé bijvoeglijk naamwoord
• piquant bijvoeglijk naamwoord
• âcre bijvoeglijk naamwoord
• âpre bijvoeglijk naamwoord

piquant; qui pique

• piquant bijvoeglijk naamwoord
• qui pique bijvoeglijk naamwoord

épicé; aromatique; relevé; pimenté; assaisonné; piquant; fort; salé; corsé

• épicé bijvoeglijk naamwoord
• aromatique bijvoeglijk naamwoord
• relevé bijvoeglijk naamwoord
• pimenté bijvoeglijk naamwoord
• assaisonné bijvoeglijk naamwoord
• piquant bijvoeglijk naamwoord
• fort bijvoeglijk naamwoord
• salé bijvoeglijk naamwoord
• corsé bijvoeglijk naamwoord

épicé; pimenté; poivré; piquant

• épicé bijvoeglijk naamwoord
• pimenté bijvoeglijk naamwoord
• poivré bijvoeglijk naamwoord
• piquant bijvoeglijk naamwoord

épineux; piquant

• épineux bijvoeglijk naamwoord
• piquant bijvoeglijk naamwoord

vif; coupant; aigu; acerbe; pointu; passionné; tranchant; aigre; avec virulence; fervent; perçant; dur; fin; net; sévère; violent; rigoureux; rigide; rude; intense; perspicace; piquant; sévèrement; rigoureusement; strictement; cuisant; aigrement

• vif bijvoeglijk naamwoord
• coupant bijvoeglijk naamwoord
• aigu bijvoeglijk naamwoord
• acerbe bijvoeglijk naamwoord
• pointu bijvoeglijk naamwoord
• passionné bijvoeglijk naamwoord
• tranchant bijvoeglijk naamwoord
• aigre bijvoeglijk naamwoord
• avec virulence bijvoeglijk naamwoord
• fervent bijvoeglijk naamwoord
• perçant bijvoeglijk naamwoord
• dur bijvoeglijk naamwoord
• fin bijvoeglijk naamwoord
• net bijvoeglijk naamwoord
• sévère bijvoeglijk naamwoord
• violent bijvoeglijk naamwoord
• rigoureux bijvoeglijk naamwoord
• rigide bijvoeglijk naamwoord
• rude bijvoeglijk naamwoord
• intense bijvoeglijk naamwoord
• perspicace bijvoeglijk naamwoord
• piquant bijvoeglijk naamwoord
• sévèrement bijvoeglijk naamwoord
• rigoureusement bijvoeglijk naamwoord
• strictement bijvoeglijk naamwoord
• cuisant bijvoeglijk naamwoord
• aigrement bijvoeglijk naamwoord

pointu; tranchant; cuisant; acerbe; incisif; tranchant comme une lame de rasoir; piquant; coupant

• pointu bijvoeglijk naamwoord
• tranchant bijvoeglijk naamwoord
• cuisant bijvoeglijk naamwoord
• acerbe bijvoeglijk naamwoord
• incisif bijvoeglijk naamwoord
• tranchant comme une lame de rasoir bijvoeglijk naamwoord
• piquant bijvoeglijk naamwoord
• coupant bijvoeglijk naamwoord

l'incitation; la stimulation; l'aiguillon; l'impulsion; le stimulus; la poussée; la force; le stimuli; l'encouragement; le piquant; le stimulant; la force propulsive

• incitation [la ~] zelfstandig naamwoord
• stimulation [la ~] zelfstandig naamwoord
• aiguillon [le ~] zelfstandig naamwoord
• impulsion [la ~] zelfstandig naamwoord
• stimulus [le ~] zelfstandig naamwoord
• poussée [la ~] zelfstandig naamwoord
• force [la ~] zelfstandig naamwoord
• stimuli [le ~] zelfstandig naamwoord
• encouragement [le ~] zelfstandig naamwoord
• piquant [le ~] zelfstandig naamwoord
• stimulant [le ~] zelfstandig naamwoord
• force propulsive [la ~] zelfstandig naamwoord

le sarcasme; le dédain; la parole caustique; l'haine; le mépris; la méchanceté; le piquant; la causticité; la remarque odieuse

• sarcasme [le ~] zelfstandig naamwoord
• dédain [le ~] zelfstandig naamwoord
• parole caustique [la ~] zelfstandig naamwoord
• haine [la ~] zelfstandig naamwoord
• mépris [le ~] zelfstandig naamwoord
• méchanceté [la ~] zelfstandig naamwoord
• piquant [le ~] zelfstandig naamwoord
• causticité [la ~] zelfstandig naamwoord
• remarque odieuse [la ~] zelfstandig naamwoord