Frans

Uitgebreide synoniemen voor polisson in het Frans

polisson:

polisson [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le polisson
    le polisson
  2. le polisson
    l'espiègle; le polisson; le gamin
    • espiègle [le ~] zelfstandig naamwoord
    • polisson [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gamin [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. le polisson
    le mec; le coquin; le garnement; le vilain; le petit brigand; le polisson; l'espiègle
  4. le polisson
    le polisson; le méchant; le coquin; l'espiègle; le garnement
  5. le polisson
    le vaurien; le cochon; l'ordure; le polisson; le clochard; l'immondices
    • vaurien [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cochon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • ordure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • polisson [le ~] zelfstandig naamwoord
    • clochard [le ~] zelfstandig naamwoord
    • immondices [la ~] zelfstandig naamwoord
  6. le polisson
    le polisson; la fripouille; la canaille; le faux jeton; le cochon; le coquin; le salaud; l'animal; le brigand; la crapule; le gredin; le fripon; le laideron; le vilain type
    • polisson [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fripouille [la ~] zelfstandig naamwoord
    • canaille [la ~] zelfstandig naamwoord
    • faux jeton [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cochon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • coquin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • salaud [le ~] zelfstandig naamwoord
    • animal [le ~] zelfstandig naamwoord
    • brigand [le ~] zelfstandig naamwoord
    • crapule [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gredin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fripon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • laideron [le ~] zelfstandig naamwoord
    • vilain type [le ~] zelfstandig naamwoord
  7. le polisson
    l'espiègle; le polisson
  8. le polisson
    le coquin; le voyou; la canaille; le malfrat; le vaurien; le criminel; le fripon; le sacripant; la polissonne; le truand; le brigand; le jeune délinquant; le polisson; le scélérat; le délinquant; la crapule; le garnement; la fripouille; le bandit; le gredin; le mauvais garnement
  9. le polisson
    le blanc-bec; le polisson; le galopin
  10. le polisson
    le laideron; le gnome; l'avorton; le monstre; le polisson; le vilain type
  11. le polisson
    le voyou; le petit vilain; le vaurien; le polisson; le garnement; le malappris; le petit brigand
  12. le polisson
    le coquin; la canaille; le vaurien; le polisson; la fripouille; le gredin; le fripon
    • coquin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • canaille [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vaurien [le ~] zelfstandig naamwoord
    • polisson [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fripouille [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gredin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fripon [le ~] zelfstandig naamwoord

polisson bijvoeglijk naamwoord

  1. polisson
    gamin; malicieux; fripon; coquinement; malicieusement; polisson
  2. polisson
    faux; incorrecte; fausse; erroné; incorrect; malicieux; raté; à côté; inexact; fripon; polisson
  3. polisson
    gamine; polisson; puéril; juvénile; gamin; enfantin; infantile; polissonne; puérilement; comme un enfant

Alternatieve synoniemen voor "polisson":