Frans

Uitgebreide synoniemen voor ruban in het Frans

ruban:

ruban [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le ruban
    le ruban; le bandeau; le bandage; le cordon; le serre-tête; la reliure
    • ruban [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bandeau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bandage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cordon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • serre-tête [le ~] zelfstandig naamwoord
    • reliure [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. le ruban
    le ruban; le cordonnet; le passement; le galon; le liseré; le passepoil
    • ruban [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cordonnet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • passement [le ~] zelfstandig naamwoord
    • galon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • liseré [le ~] zelfstandig naamwoord
    • passepoil [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. le ruban
    la bande; la banderole; le ruban
    • bande [la ~] zelfstandig naamwoord
    • banderole [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ruban [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. le ruban
    la ventrière; le ruban; le lien
    • ventrière [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ruban [le ~] zelfstandig naamwoord
    • lien [le ~] zelfstandig naamwoord
  5. le ruban
    le ruban; le bandeau
    • ruban [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bandeau [le ~] zelfstandig naamwoord
  6. le ruban
    le ruban
    • ruban [le ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "ruban":


Verwante synoniemen voor ruban