Frans

Uitgebreide synoniemen voor soupçon in het Frans

soupçon:

soupçon [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le soupçon
    la supposition; le soupçon; la présomption; la conjecture
  2. le soupçon
    le soupçon; la supposition; la suspicion
  3. le soupçon
    le pressentiment; le soupçon; l'intuition; la suspicion
  4. le soupçon
    le soupçon; le coup; le rien; la pousse
    • soupçon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • coup [le ~] zelfstandig naamwoord
    • rien [le ~] zelfstandig naamwoord
    • pousse [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. le soupçon
    la méfiance; la défiance; le soupçon
  6. le soupçon
    l'ombre; la lueur; l'étincelle; la trace; la pointe; la bouffée; le soupçon
    • ombre [la ~] zelfstandig naamwoord
    • lueur [la ~] zelfstandig naamwoord
    • étincelle [la ~] zelfstandig naamwoord
    • trace [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pointe [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bouffée [la ~] zelfstandig naamwoord
    • soupçon [le ~] zelfstandig naamwoord
  7. le soupçon
    le soupçon

Alternatieve synoniemen voor "soupçon":