Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: amorti

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: amorti

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. amorti:
  2. amortir:
  3. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor amorti (Frans) in het Nederlands

amorti:

amorti bijvoeglijk naamwoord

  1. amorti (plané)
    afgevlakt

Vertaal Matrix voor amorti:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgevlakt amorti; plané

Synoniemen voor "amorti":


Wiktionary: amorti

amorti
noun
  1. slag waarmee de shuttle vlak achter het net wordt gespeeld
Cross Translation:
FromToVia
• amorti → drop ↔ Stoppball — Sport, Tennis, Tischtennis, Badminton: kurz hinter das Netz geschlagener Ball

amortir:

amortir werkwoord (amortis, amortit, amortissons, amortissez, )

  1. amortir (acquitter; rembourser; régler)
    aflossen; inlossen
    • aflossen werkwoord (los af, lost af, loste af, losten af, afgelost)
    • inlossen werkwoord (los in, lost in, loste in, losten in, ingelost)
  2. amortir
    afschrijven
    • afschrijven werkwoord (schrijf af, schrijft af, schreef af, schreven af, afgeschreven)

Conjugations for amortir:

Présent
  1. amortis
  2. amortis
  3. amortit
  4. amortissons
  5. amortissez
  6. amortissent
imparfait
  1. amortissais
  2. amortissais
  3. amortissait
  4. amortissions
  5. amortissiez
  6. amortissaient
passé simple
  1. amortis
  2. amortis
  3. amortit
  4. amortîmes
  5. amortîtes
  6. amortirent
futur simple
  1. amortirai
  2. amortiras
  3. amortira
  4. amortirons
  5. amortirez
  6. amortiront
subjonctif présent
  1. que j'amortisse
  2. que tu amortisses
  3. qu'il amortisse
  4. que nous amortissions
  5. que vous amortissiez
  6. qu'ils amortissent
conditionnel présent
  1. amortirais
  2. amortirais
  3. amortirait
  4. amortirions
  5. amortiriez
  6. amortiraient
passé composé
  1. ai amorti
  2. as amorti
  3. a amorti
  4. avons amorti
  5. avez amorti
  6. ont amorti
divers
  1. amortis!
  2. amortissez!
  3. amortissons!
  5. amorti
  6. amortissant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor amortir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aflossen acquittement; payement; remboursement
afschrijven achèvement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aflossen acquitter; amortir; rembourser; régler changer; innover; remettre; remettre en place; remplacer; renouveler; replacer; rénover; se substituer à
afschrijven amortir débiter; supprimer
inlossen acquitter; amortir; rembourser; régler

Synoniemen voor "amortir":


Wiktionary: amortir

amortir
verb
  1. geheel of gedeeltelijk voldoen
  2. zwakker maken, de kracht verminderen van







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0236 seconde
Page rendered in 1.0 seconds