Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. argument:
  2. argumenté:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. argument:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor argument (Frans) in het Nederlands

argument:

argument [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'argument
    het argument
    • argument [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor argument:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
argument argument

Synoniemen voor "argument":


Wiktionary: argument

argument
noun
  1. een aangevoerd feit in een discussie om een zienswijze te ondersteunen

Cross Translation:
FromToVia
argument argument argument — variable that is being passed to a function
argument verkooppraatje pitch — effort to sell or promote something

argumenté:

argumenté bijvoeglijk naamwoord

  1. argumenté (fondé; étayé; soutenu; appuyé)
    gefundeerd; onderbouwd

Vertaal Matrix voor argumenté:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gefundeerd appuyé; argumenté; fondé; soutenu; étayé bien pesé; crédible; fondé; irrefutable; juste; légitime; médité; mûri; plausible; qui tient debout; raisonnable; raisonnablement; réfléchi; solide; solidement; vraisemblable
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onderbouwd appuyé; argumenté; fondé; soutenu; étayé

Synoniemen voor "argumenté":


Verwante vertalingen van argument



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor argument (Nederlands) in het Frans

argument:

argument [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het argument
    l'argument

Vertaal Matrix voor argument:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
argument argument

Verwante woorden van "argument":

  • argumenten

Wiktionary: argument

argument
noun
  1. een aangevoerd feit in een discussie om een zienswijze te ondersteunen
  2. een reden om iets te doen

Cross Translation:
FromToVia
argument argument argument — variable that is being passed to a function