Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ascension:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor ascension (Frans) in het Nederlands

ascension:

ascension [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'ascension (escalade; montée)
    de beklimming; de bestijging; de klim
    • beklimming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bestijging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • klim [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. l'ascension (escalade; montée)
    stijgen; opklimmen
  3. l'ascension (alpinisme)
    bergbeklimming
  4. l'ascension (accroissement; crue; hausse; )
    de aanwas; de vermeerdering; aangroeiing

ascension

  1. ascension (saut)

Vertaal Matrix voor ascension:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangroeiing accroissement; agrandissement; ascension; augmentation; croissance; crue; hausse; montée
aanwas accroissement; agrandissement; ascension; augmentation; croissance; crue; hausse; montée accroissement; accrue; agrandissement; augmentation; croissance; hausse; haussement; montée; progrès; rehaussement
beklimming ascension; escalade; montée
bergbeklimming alpinisme; ascension
bestijging ascension; escalade; montée
klim ascension; escalade; montée
opklimmen ascension; escalade; montée
sprong bond; saut; saut en hauteur
stijgen ascension; escalade; montée monter; prendre l'air; prendre son vol; s'élever
stijging accroissement; agrandissement; augmentation; croissance; hausse; haussement; monter; montée; prendre l'air; prendre son vol; progrès; rehaussement; s'élever
vermeerdering accroissement; agrandissement; ascension; augmentation; croissance; crue; hausse; montée accroissement; agrandissement; augmentation; croissance; hausse; haussement; montée; progrès; rehaussement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opklimmen escalader; faire l'ascension; gravir; grimper; monter
stijgen accroître; agrandir; amplifier; augmenter; croître; escalader; faire l'ascension; grandir; gravir; grimper; grossir; lever; monter; monter en l'air; prendre de la hauteur; s'accroître; s'agrandir; s'amplifier; s'élargir; s'élever; s'étendre; se dresser
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
sprong ascension; saut
stijging ascension; saut

Synoniemen voor "ascension":


Wiktionary: ascension


Cross Translation:
FromToVia
ascension Hemelvaart ascension — the act of ascending

Ascension:


Synoniemen voor "Ascension":


Wiktionary: Ascension

Ascension
  1. -
Ascension
proper noun
  1. de herdenking dat Jezus Christus na zijn verrijzenis opgevaren is naar God Zijn Vader in de hemel
noun
  1. christelijke feestdag waarin gevierd wordt dat Jezus na de opstanding naar de Hemel ging

Verwante vertalingen van ascension