Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. canard:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. canard:


Frans

Uitgebreide vertaling voor canard (Frans) in het Nederlands

canard:

canard [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le canard (cane)
    de canard; de eend
    • canard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • eend [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. le canard (plaisanterie; blague; rigolade; )
    het grapje; het geintje; de scherts; het lolletje; de gekheid; de gein; de aardigheid; het pretje
    • grapje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geintje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • scherts [de ~] zelfstandig naamwoord
    • lolletje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gekheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gein [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aardigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • pretje [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. le canard (fausse rumeur; bobard)
    het gerucht; vals gerucht
  4. le canard (boutade; plaisanterie; trait d'esprit)
    de canard; de kwinkslag; de grap; de grol; de scherts
    • canard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kwinkslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • grap [de ~] zelfstandig naamwoord
    • grol [de ~] zelfstandig naamwoord
    • scherts [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor canard:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aardigheid badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit amabilité; badinage; blague; boutade; cadeau; comique; contentement; courtoisie; don; dons; drôlerie; esprit; farce; folie; gentillesse; hospitalité; humour; joie; petit cadeau; petit rien; plaisanterie; plaisir; présent; rigolade; satisfaction; sottise; trait d'esprit
canard boutade; canard; cane; plaisanterie; trait d'esprit
eend canard; cane
gein badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit allégresse; badinage; belle humeur; blague; bordel; bouffonnerie; boutade; bêtise; cocasserie; comique; cris d'allégresse; drôlerie; esprit; farce; folie; gaieté; humour; joie; plaisanterie; plaisir; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité; trait d'esprit
geintje badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit
gekheid badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit blague; bouffonnerie; bêtise; bêtises; déraison; espièglerie; folie; idiotie; plaisanterie; sottise; stupidité
gerucht bobard; canard; fausse rumeur
grap boutade; canard; plaisanterie; trait d'esprit badinage; blague; boutade; comique; drôlerie; esprit; farce; folie; humour; plaisanterie; rigolade; sottise; trait d'esprit
grapje badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit
grol boutade; canard; plaisanterie; trait d'esprit
kwinkslag boutade; canard; plaisanterie; trait d'esprit
lolletje badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit
pretje badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit
scherts badinage; blague; boutade; canard; cocasserie; histoire drôle; plaisanterie; raillerie; rigolade; trait d'esprit
vals gerucht bobard; canard; fausse rumeur

Synoniemen voor "canard":

  • colvert; eider; morillon; morille; raisin noir

Wiktionary: canard

canard
noun
  1. Oiseau
  2. Journal d’actualité
canard
noun
  1. mannetjeseend

Cross Translation:
FromToVia
canard draak; mannetjeseend; woerd drake — male duck
canard eend duck — aquatic bird of the family Anatidae
canard smient wigeon — a kind of duck
canard eend Ente — kleinerer Wasservogel aus der Familie der Entenvögel (Anatidae), speziell

Verwante vertalingen van canard



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor canard (Nederlands) in het Frans

canard:

canard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de canard (eend)
    le canard; la cane
    • canard [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cane [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. de canard (kwinkslag; grap; grol; scherts)
    le canard; la boutade; la plaisanterie; le trait d'esprit

Vertaal Matrix voor canard:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boutade canard; grap; grol; kwinkslag; scherts aardigheid; aardigheidje; geestigheid; gein; geintje; gekheid; grap; grapje; humor; lolletje; presentje; pretje; scherts; uiting van vrolijkheid
canard canard; eend; grap; grol; kwinkslag; scherts aardigheid; gein; geintje; gekheid; gerucht; grapje; lolletje; pretje; scherts; vals gerucht
cane canard; eend
plaisanterie canard; grap; grol; kwinkslag; scherts aardigheid; aardigheidje; bak; dwaasheid; geestigheid; gein; geintje; gekheid; gekkigheid; gekte; grap; grapje; grappenmakerij; grappigheid; humor; idioterie; jolijt; keet; kinderachtigheid; kluchtigheid; koddigheid; leut; lol; lolletje; malheid; mop; plezier; presentje; pret; pretje; scherts; snaaksheid; uiting van vrolijkheid; vermakelijkheid; zotheid
trait d'esprit canard; grap; grol; kwinkslag; scherts aardigheid; aardigheidje; geestigheid; gein; geintje; gekheid; grap; grapje; humor; leukheid; lolletje; presentje; pretje; scherts; uiting van vrolijkheid

Verwante woorden van "canard":

  • canards