Ceinture: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

ceinture:
- ceintuur; gordel; riem; gordelriem; teugel; lijn; lei; broekband; broekriem; singeltje; plaatje
Wiktionary:
- ceinture → riem, gordel
- ceinture → ceintuur, broeksband, riem, gordel, veiligheidsgordel

Frans

Uitgebreide vertaling voor ceinture (Frans) in het Nederlands

la ceinture (cordon; ceinturon)
de ceintuur; de gordel; de riem
- ceintuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gordel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- riem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la ceinture (courroie; sangle)
de riem; de gordel
- riem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gordel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la ceinture (ceinturon)
de gordelriem
- gordelriem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la ceinture (lisière; laisse)
de teugel; de lijn; de riem; de lei
- teugel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- lijn [de ~] zelfstandig naamwoord
- riem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- lei [de ~] zelfstandig naamwoord
la ceinture
de broekband
- broekband [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la ceinture
de broekriem
- broekriem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la ceinture (petit disgue)
het singeltje; het plaatje
- singeltje [het ~] zelfstandig naamwoord
- plaatje [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
broekband	ceinture
broekriem	ceinture
ceintuur	ceinture; ceinturon; cordon
gordel	ceinture; ceinturon; cordon; courroie; sangle	arrondissement; ceinturon; circonscription; contrée; domaine; mur de rempart; province; région; secteur; section; terrain; zone
gordelriem	ceinture; ceinturon
lei	ceinture; laisse; lisière	ardoise
lijn	ceinture; laisse; lisière	bande; barre; corde; câble; file; ligne; raie; ride; règle; trait
plaatje	ceinture; petit disgue	gravure; illustration; image; photo; photographie; tableau
riem	ceinture; ceinturon; cordon; courroie; laisse; lisière; sangle	aviron; rame
singeltje	ceinture; petit disgue
teugel	ceinture; laisse; lisière	bride; rêne

ceinture

noun

ceinture

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• ceinture	→ ceintuur; broeksband; riem; gordel	↔ belt — band worn around the waist
• ceinture	→ gordel; riem; veiligheidsgordel	↔ belt — band used for safety purposes