Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. chaume:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor chaume (Frans) in het Nederlands

chaume:

chaume [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la chaume (poil)
    de stoppel
    • stoppel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

chaume [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le chaume (brin d'herbe)
    de grashalm; de grasspriet

Vertaal Matrix voor chaume:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grashalm brin d'herbe; chaume
grasspriet brin d'herbe; chaume
stoppel chaume; poil

Synoniemen voor "chaume":


Wiktionary: chaume

chaume
noun
  1. (botanique) tige herbacée, creux, simple, garnie de nœuds, qui est propre aux graminées, telles que le blé, l’avoine, etc.

Verwante vertalingen van chaume