Frans

Uitgebreide vertaling voor friandise (Frans) in het Nederlands

friandise:

friandise [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la friandise (repas que l'on sert à toute heure; amuse-gueule; bouchée; )
    het tussendoortje; de snack; het hapje
    • tussendoortje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • snack [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hapje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la friandise (casse-croûte; casse-graine)
    de versnapering; het tussendoortje; het hapje
  3. la friandise (sucrerie; bonbons)
    de snoepjes; het snoepgoed; het lekkers; de zoetigheid
  4. la friandise (délicatesse; friandises; amuse-gueule; délice; mets délicat)
    de versnapering; de delicatesse; de lekkernij
  5. la friandise (amuse-gueule)
    het liflafje
    • liflafje [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. la friandise (chose exquise; délicatesse)
    de heerlijkheid
  7. la friandise (candi; friandises; bonbon; gourmandises)
    de kandij
    • kandij [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor friandise:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delicatesse amuse-gueule; délicatesse; délice; friandise; friandises; mets délicat
hapje amuse-gueule; bouchée; casse-croûte; casse-graine; coup de dent; coupe-faim; friandise; repas que l'on sert à toute heure; snack
heerlijkheid chose exquise; délicatesse; friandise bonheur; béatitude; chance; délices; fortune; félicité; grandeur; magnificence; splendeur
kandij bonbon; candi; friandise; friandises; gourmandises
lekkernij amuse-gueule; délicatesse; délice; friandise; friandises; mets délicat
lekkers bonbons; friandise; sucrerie amuse-gueule; délicatesses; friandises; gourmandises
liflafje amuse-gueule; friandise
snack amuse-gueule; bouchée; coup de dent; coupe-faim; friandise; repas que l'on sert à toute heure; snack
snoepgoed bonbons; friandise; sucrerie bonbons
snoepjes bonbons; friandise; sucrerie
tussendoortje amuse-gueule; bouchée; casse-croûte; casse-graine; coup de dent; coupe-faim; friandise; repas que l'on sert à toute heure; snack amuse-gueule; coup; délicatesses; friandises; gourmandises
versnapering amuse-gueule; casse-croûte; casse-graine; délicatesse; délice; friandise; friandises; mets délicat amuse-gueule; délicatesses; friandises; gourmandises
zoetigheid bonbons; friandise; sucrerie amuse-gueule; délicatesses; friandises; gourmandises

Synoniemen voor "friandise":


Wiktionary: friandise

friandise
noun
  1. confiserie ou pâtisserie de petite taille.

Cross Translation:
FromToVia
friandise snoepgoed; snoep; zoetigheid Süßigkeitmeist Plural: Lebensmittel, die süß sind und als Naschzeug verwendet werden

Verwante vertalingen van friandise