Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor grandeur (Frans) in het Nederlands

grandeur:

grandeur [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la grandeur (excellence; supériorité)
    de grootheid; de eminentie; de verhevenheid; het aanzien; edel; de verheffing; de hoogheid
  2. la grandeur (prestige; somptuosité; pompe; magnificence)
    de grandeur; de grootsheid; indrukwekkendheid
  3. la grandeur (délices; bonheur; béatitude; )
    de gelukzaligheid; de heerlijkheid

Vertaal Matrix voor grandeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanzien excellence; grandeur; supériorité air; allure; apparence; aspect; considération; extérieur; figure; forme; mine; notoriété; physique; prestige; renommée; respectabilité; réputation; statut; état
edel excellence; grandeur; supériorité
eminentie excellence; grandeur; supériorité
gelukzaligheid bonheur; béatitude; chance; délices; fortune; félicité; grandeur; magnificence; splendeur
grandeur grandeur; magnificence; pompe; prestige; somptuosité
grootheid excellence; grandeur; supériorité
grootsheid grandeur; magnificence; pompe; prestige; somptuosité
heerlijkheid bonheur; béatitude; chance; délices; fortune; félicité; grandeur; magnificence; splendeur chose exquise; délicatesse; friandise
hoogheid excellence; grandeur; supériorité
indrukwekkendheid grandeur; magnificence; pompe; prestige; somptuosité
verheffing excellence; grandeur; supériorité
verhevenheid excellence; grandeur; supériorité jactance; présomption; prétention; suffisance; supériorité
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanzien jeter les yeux sur; jeter un coup d'oeil sur; jeter un regard; regarder
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
edel auguste; de façon généreuse; généreusement; généreux; large; magnanime; magnanimement; noble; noblement; olympien; olympienne; sublime; élévé

Synoniemen voor "grandeur":


Wiktionary: grandeur

grandeur
noun
  1. de mate waarin iets groot is, de afmeting

Verwante vertalingen van grandeur



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor grandeur (Nederlands) in het Frans

grandeur: