Frans

Uitgebreide vertaling voor impératif (Frans) in het Nederlands

impératif:

impératif [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'impératif
    de imperatief; gebiedende wijs
  2. l'impératif (commande; ordre; commando; )
    de order; de commando; het bevel
    • order [de ~] zelfstandig naamwoord
    • commando [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bevel [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. l'impératif (ordre; commandement)
    het gebod
    • gebod [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. l'impératif (instruction; consigne; assignation; )
    de aanwijzing; het voorschrift; de instructie

impératif bijvoeglijk naamwoord

  1. impératif (impérativement; impérieux; impérieusement)
    imperatief; dwingend; vereisend; gebiedend; gelastend
  2. impératif (contraignant; coercitif; formel; )
    dwingend; bindend; strikt; streng; stringent
  3. impératif
    onafwijsbaar

Vertaal Matrix voor impératif:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanwijzing assignation; commandement; consigne; contrainte; impératif; indication; instruction; mission; ordre; sommation aide; appui; augure; avant-courrier; bout; coin; directive; indication; indice; indices; manifestation; point de contact; point de départ; point de repère; présage; règlement; secours; signe; signe avant-coureur; signe de tête; signe du doigt; signe précurseur; soutien; statut; statuts; suggestion; support; symptôme; trace; tuyau; éclaircissement
bevel commande; commandement; commando; impératif; mandat; mission; ordre; ordre donné à l'armée; sommation
commando commande; commandement; commando; impératif; mandat; mission; ordre; ordre donné à l'armée; sommation
gebiedende wijs impératif
gebod commandement; impératif; ordre
imperatief impératif
instructie assignation; commandement; consigne; contrainte; impératif; indication; instruction; mission; ordre; sommation briefing; classe; cours; enseignement; instruction; instruction d'action; leçon
order commande; commandement; commando; impératif; mandat; mission; ordre; ordre donné à l'armée; sommation assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; ordre; sommation
streng natte; tresse
voorschrift assignation; commandement; consigne; contrainte; impératif; indication; instruction; mission; ordre; sommation consigne; directive; ligne directrice; prescription; regle
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bindend coactif; coercitif; consciencieusement; consciencieux; contraignant; exact; exactement; formel; impératif; minutieusement; minutieux; méticuleusement; méticuleux; précis; précisément; rigoureux; soigneux
dwingend coactif; coercitif; consciencieusement; consciencieux; contraignant; exact; exactement; formel; impératif; impérativement; impérieusement; impérieux; minutieusement; minutieux; méticuleusement; méticuleux; précis; précisément; rigoureux; soigneux
gebiedend impératif; impérativement; impérieusement; impérieux
imperatief impératif; impérativement; impérieusement; impérieux
onafwijsbaar impératif
streng coactif; coercitif; consciencieusement; consciencieux; contraignant; exact; exactement; formel; impératif; minutieusement; minutieux; méticuleusement; méticuleux; précis; précisément; rigoureux; soigneux conforme aux règles; dur; inflexible; minutieusement; minutieux; méticuleusement; méticuleux; péremptoire; rigide; rigoureusement; rigoureux; rude; stricte; strictement; sévère; sévèrement
strikt coactif; coercitif; consciencieusement; consciencieux; contraignant; exact; exactement; formel; impératif; minutieusement; minutieux; méticuleusement; méticuleux; précis; précisément; rigoureux; soigneux conforme aux règles; inflexible; minutieusement; minutieux; méticuleusement; méticuleux; ponctuel; ponctuellement; péremptoire; rigide; stricte; strictement
stringent coactif; coercitif; consciencieusement; consciencieux; contraignant; exact; exactement; formel; impératif; minutieusement; minutieux; méticuleusement; méticuleux; précis; précisément; rigoureux; soigneux inflexible; minutieusement; minutieux; méticuleusement; méticuleux; péremptoire; rigide
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
order commande
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelastend impératif; impérativement; impérieusement; impérieux
vereisend impératif; impérativement; impérieusement; impérieux

Synoniemen voor "impératif":


Wiktionary: impératif

impératif
noun
  1. (grammaire, fr) au singulier mode qui exprime le commandement, la prière, l’exhortation, la défense, etc.

Cross Translation:
FromToVia
impératif noodzakelijk imperative — essential
impératif must imperative — essential action
impératif gebiedende wijs imperative mood — imperative mood