Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: instruire

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: instruire

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. instruire:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor instruire (Frans) in het Nederlands

instruire:

instruire werkwoord (instruis, instruit, instruisons, instruisez, )

  1. instruire (enseigner; donner des cours)
    lesgeven
    • lesgeven werkwoord (geef les, geeft les, gaf les, gaven les, lesgegeven)
  2. instruire (entraîner; former; éduquer)
    trainen; oefenen; harden; coachen; bekwamen
    • trainen werkwoord (train, traint, trainde, trainden, getraind)
    • oefenen werkwoord (oefen, oefent, oefende, oefenden, geoefend)
    • harden werkwoord (hard, hardt, hardde, hardden, gehard)
    • coachen werkwoord
    • bekwamen werkwoord (bekwaam, bekwaamt, bekwaamde, bekwaamden, bekwaamd)
  3. instruire (renseigner; enseigner; donner des cours; donner des instructions)
    inlichten; voorlichten; onderrichten
    • inlichten werkwoord (licht in, lichtte in, lichtten in, ingelicht)
    • voorlichten werkwoord
    • onderrichten werkwoord (onderricht, onderrichtte, onderrichtten, onderricht)
  4. instruire (enseigner; apprendre; éduquer; former)
    onderwijzen; leren; bijbrengen
    • onderwijzen werkwoord (onderwijs, onderwijst, onderwees, onderwezen, onderwezen)
    • leren werkwoord (leer, leert, leerde, leerden, geleerd)
    • bijbrengen werkwoord (breng bij, brengt bij, bracht bij, brachten bij, bijgebracht)
  5. instruire (enseigner; apprendre; donner des instructions)
    onderwijzen; bijbrengen; doceren; onderrichten
    • onderwijzen werkwoord (onderwijs, onderwijst, onderwees, onderwezen, onderwezen)
    • bijbrengen werkwoord (breng bij, brengt bij, bracht bij, brachten bij, bijgebracht)
    • doceren werkwoord (doceer, doceert, doceerde, doceerden, gedoceerd)
    • onderrichten werkwoord (onderricht, onderrichtte, onderrichtten, onderricht)
  6. instruire (apprendre; enseigner; former)
    leren; onderwijzen
    • leren werkwoord (leer, leert, leerde, leerden, geleerd)
    • onderwijzen werkwoord (onderwijs, onderwijst, onderwees, onderwezen, onderwezen)
  7. instruire (informer de; rapporter; faire savoir; )
    berichten; iets melden
  8. instruire (apprendre qch; donner des cours; donner des instructions; enseigner)
    iets leren

Conjugations for instruire:

Présent
  1. instruis
  2. instruis
  3. instruit
  4. instruisons
  5. instruisez
  6. instruisent
imparfait
  1. instruisais
  2. instruisais
  3. instruisait
  4. instruisions
  5. instruisiez
  6. instruisaient
passé simple
  1. instruisis
  2. instruisis
  3. instruisit
  4. instruisîmes
  5. instruisîtes
  6. instruisirent
futur simple
  1. instruirai
  2. instruiras
  3. instruira
  4. instruirons
  5. instruirez
  6. instruiront
subjonctif présent
  1. que j'instruise
  2. que tu instruises
  3. qu'il instruise
  4. que nous instruisions
  5. que vous instruisiez
  6. qu'ils instruisent
conditionnel présent
  1. instruirais
  2. instruirais
  3. instruirait
  4. instruirions
  5. instruiriez
  6. instruiraient
passé composé
  1. ai instruit
  2. as instruit
  3. a instruit
  4. avons instruit
  5. avez instruit
  6. ont instruit
divers
  1. instruis!
  2. instruisez!
  3. instruisons!
  5. instruit
  6. instruisant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor instruire:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekwamen action d'étudier
berichten messagerie; messages
harden durcissement
leren action d'étudier
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekwamen entraîner; former; instruire; éduquer
berichten annoncer; communiquer; faire connaître; faire part à; faire savoir; informer de; instruire; mettre au courant; mettre au courant de; prévenir; rapporter; renseigner; s'informer de; se renseigner annoncer; communiquer; couvrir; déclarer; faire connaître; faire le compte rendu de; faire savoir; raconter; rapporter; relater; rendre compte
bijbrengen apprendre; donner des instructions; enseigner; former; instruire; éduquer
coachen entraîner; former; instruire; éduquer
doceren apprendre; donner des instructions; enseigner; instruire
harden entraîner; former; instruire; éduquer continuer; durcir; endurer; maintenir; persister; persévérer; subir; supporter; tenir; tenir jusqu'au bout; tenir le coup; tremper
iets leren apprendre qch; donner des cours; donner des instructions; enseigner; instruire
iets melden annoncer; communiquer; faire connaître; faire part à; faire savoir; informer de; instruire; mettre au courant; mettre au courant de; prévenir; rapporter; renseigner; s'informer de; se renseigner
inlichten donner des cours; donner des instructions; enseigner; instruire; renseigner annoncer; faire connaître; inquiéter; mettre au courant de; mettre en garde contre; notifier; porter à la connaissance de; publier; s'annoncer
leren apprendre; enseigner; former; instruire; éduquer accoutumer; apprendre; enseigner; faire des études; faire l'apprentissage de; habituer; prendre communication; prendre connaissance; recevoir communication; s'accoutumer; s'entraîner à; s'habituer; s'initier à; s'instruire; se familiariser; se mettre au courant; travailler; étudier
lesgeven donner des cours; enseigner; instruire
oefenen entraîner; former; instruire; éduquer entraîner; exercer; faire des exercices; répéter; s'entraîner; s'exercer
onderrichten apprendre; donner des cours; donner des instructions; enseigner; instruire; renseigner
onderwijzen apprendre; donner des instructions; enseigner; former; instruire; éduquer apprendre; enseigner; étudier
trainen entraîner; former; instruire; éduquer apprivoiser; contraindre; domestiquer; dompter; dresser un animal; entraîner; exercer; faire des exercices; s'entraîner; s'exercer
voorlichten donner des cours; donner des instructions; enseigner; instruire; renseigner

Synoniemen voor "instruire":


Wiktionary: instruire

instruire
verb
  1. een vaardigheid onderwijzen
  2. aan een opleiding onderwerpen
Cross Translation:
FromToVia
• instruire → voorlichten; informeren ↔ inform — to impart information or knowledge (intransitive)
• instruire → instrueren ↔ instruct — teach, give instruction

Verwante vertalingen van instruire







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0394 seconde
Page rendered in 1.0 seconds