Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: mardi

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: mardi

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mardi:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor mardi (Frans) in het Nederlands

mardi:

mardi [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le mardi
    de dinsdag
    • dinsdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mardi:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dinsdag mardi

Wiktionary: mardi

mardi
noun
  1. deuxième jour de la semaine. Suit le lundi et précède le mercredi.
mardi
noun
  1. een dag van de week die na maandag en voor woensdag komt
Cross Translation:
FromToVia
• mardi → dinsdag ↔ Tuesday — day of the week
• mardi → dinsdag ↔ Dienstag — zweiter Wochentag im deutschen Kalender gemäß DIN 1355 (nach christl./jüd. Zählung der 3.); Tag zwischen Montag und Mittwoch

Verwante vertalingen van mardi







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0178 seconde
Page rendered in 1.0 seconds