Pleur: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

pâleur:
- fletsheid; somberheid; kleurloosheid; grauwheid; grijsheid; grauwte; bleekheid; pipsheid
Wiktionary:
- pleur → geween, traan
- pâleur → bleekheid

Frans

Uitgebreide vertaling voor pleur (Frans) in het Nederlands

pleur

noun

la pâleur (le fait d'être fané; lividité)
de fletsheid
- fletsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la pâleur (absence de couleur; tristesse; ennui; morosité; monotonie; uniformité; lividité; manque de couleur)
de somberheid; de kleurloosheid; de grauwheid
- somberheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kleurloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- grauwheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la pâleur (grisaille; manque de couleur)
de somberheid; de grauwheid; de kleurloosheid; de grijsheid; grauwte
- somberheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- grauwheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kleurloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- grijsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- grauwte [znw.] zelfstandig naamwoord
la pâleur (lividité; absence de couleur; manque de couleur)
de bleekheid; pipsheid
- bleekheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- pipsheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bleekheid	absence de couleur; lividité; manque de couleur; pâleur
fletsheid	le fait d'être fané; lividité; pâleur
grauwheid	absence de couleur; ennui; grisaille; lividité; manque de couleur; monotonie; morosité; pâleur; tristesse; uniformité
grauwte	grisaille; manque de couleur; pâleur
grijsheid	grisaille; manque de couleur; pâleur	couleur grise; grand âge; grisaille; vieillesse; âge avancé
kleurloosheid	absence de couleur; ennui; grisaille; lividité; manque de couleur; monotonie; morosité; pâleur; tristesse; uniformité
pipsheid	absence de couleur; lividité; manque de couleur; pâleur
somberheid	absence de couleur; ennui; grisaille; lividité; manque de couleur; monotonie; morosité; pâleur; tristesse; uniformité	découragement; désespoir; désespérance; morosité; mélancolie; tristesse

Cross Translation:

From	To	Via
• pâleur	→ bleekheid	↔ pallor — paleness; want of color; pallidity