Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. poche:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor poche (Frans) in het Nederlands

poche:

poche [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la poche (poche de pantalon; poche sans rabat)
    de broekzak; de zak
    • broekzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la poche (sacoche)
    de zak; de buidel
    • zak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • buidel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. la poche (poche de manteau)
    de jaszak
    • jaszak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor poche:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broekzak poche; poche de pantalon; poche sans rabat
buidel poche; sacoche
jaszak poche; poche de manteau
zak poche; poche de pantalon; poche sans rabat; sacoche personne déplaisante; personne désagreable; sac; sac à main; sacoche; scrotum

Synoniemen voor "poche":


Wiktionary: poche

poche
noun
  1. région|Sud-Ouest de la France, Saint-Pierre-et-Miquelon sac (souvent plastique comme ceux des supermarchés).
    • pochezak
poche
noun
  1. een plek in kleding waarin kleine spullen kunnen worden meegedragen

Cross Translation:
FromToVia
poche zak; tas bag — flexible container
poche juslepel; opscheplepel; pollepel ladle — deep-bowled spoon with a long, usually curved, handle
poche flauw lame — slang, failing to be cool, funny, interesting or relevant
poche zak pocket — bag stitched to an item of clothing
poche zak Tasche — Aufbewahrungsort von Gegenständen in der Kleidung, auf- oder eingenäht

poché:


Synoniemen voor "poché":

  • bouillant; bouillonnant; ébouillanté; blanchi

Verwante vertalingen van poche