Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. réveil:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. reveil:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor réveil (Frans) in het Nederlands

réveil:

réveil [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le réveil (sonnerie)
    de wekker; wektoestel
    • wekker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wektoestel [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. le réveil (diane)
    het reveil; de reveille
    • reveil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • reveille [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. le réveil (hausse; reprise; nouvelle éclosion; )
    de opleving; de herleving; de opbloei
    • opleving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • herleving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • opbloei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. le réveil (vivification; régénération)
    de verlevendiging
  5. le réveil
    wakker maken

Vertaal Matrix voor réveil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herleving hausse; nouvelle éclosion; renaissance; renouveau; reprise; régénération; résurrection; réveil retour sur scène
opbloei hausse; nouvelle éclosion; renaissance; renouveau; reprise; régénération; résurrection; réveil floraison; épanouissement
opleving hausse; nouvelle éclosion; renaissance; renouveau; reprise; régénération; résurrection; réveil
reveil diane; réveil
reveille diane; réveil
verlevendiging régénération; réveil; vivification
wakker maken réveil
wekker réveil; sonnerie
wektoestel réveil; sonnerie
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wakker maken réveiller

Synoniemen voor "réveil":


Wiktionary: réveil

réveil
noun
  1. cessation du sommeil, retour à l'éveil.

Cross Translation:
FromToVia
réveil wekker; alarmklok alarm — mechanical contrivance for awaking
réveil wekker alarm clock — type of clock
réveil wekker Wecker — Uhr, die zu einer vorher eingestellten Zeit ein Signal gibt

Verwante vertalingen van réveil



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor réveil (Nederlands) in het Frans

reveil:

reveil [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het reveil (reveille)
    le réveil; la diane
    • réveil [le ~] zelfstandig naamwoord
    • diane [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor reveil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diane reveil; reveille
réveil reveil; reveille herleving; opbloei; opleving; verlevendiging; wakker maken; wekker; wektoestel

Wiktionary: reveil

reveil
noun
  1. retour du printemps ; début du printemps.
  2. action de renouveler ou de se renouveler, résultat de cette action.