Se mouvoir: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

émouvoir:
- treffen; ontroeren; raken; aangrijpen; vertederen; vermurwen
se mouvoir:
- gaan; lopen; zich voortbewegen; stappen; zich bewegen; verroeren
Wiktionary:
- se mouvoir → bewegen
- mouvoir → bewegen, verroeren
- mouvoir → zich bewegen, bewegen, zich verplaatsen
- émouvoir → aangrijpen, bewegen, ontroeren, agiteren, ophitsen, opruien, opstoken, opwinden, schudden
- émouvoir → emotioneren, ontroeren, ontzetten, aangrijpen, bewegen, roeren, ophitsen, agiteren, opruien

Frans

Uitgebreide vertaling voor se mouvoir (Frans) in het Nederlands

mouvoir:

Synoniemen voor "mouvoir":

animer; créer; inciter; inspirer; stimuler; encourager; exciter; échauffer; éveiller; aviver; bouger; remuer; branler; broncher; ciller; déplacer; ébranler; agiter; secouer; balancer; affaiblir; attaquer; saper; manoeuvrer; fréquenter; propulser; catapulter; projeter

Wiktionary: mouvoir

mouvoir

verb

déplacer, faire aller d’un lieu à un autre, mettre en mouvement.
- mouvoir → bewegen; verroeren

Cross Translation:

From	To	Via
• mouvoir	→ zich bewegen; bewegen; zich verplaatsen	↔ move — to change place or posture; to go

émouvoir:

émouvoir werkwoord (émeus, émeut, émouvons, émouvez, émeuvent, émouvais, émouvait, émouvions, émouviez, émouvaient, émus, émut, émûmes, émûtes, émurent, émouvrai, émouvras, émouvra, émouvrons, émouvrez, émouvront)

émouvoir (toucher; atteindre; concerner; remuer)
treffen; ontroeren
- treffen werkwoord (tref, treft, trof, troffen, getroffen)
- ontroeren werkwoord (ontroer, ontroert, ontroerde, ontroerden, ontroerd)
raken
– hem een klap, schot of stoot toebrengen ¹
- raken werkwoord (raak, raakt, raakte, raakten, geraakt)
  - de kogel raakte hem in de schouder¹
émouvoir (émotionner; toucher; attendrir)
ontroeren; aangrijpen
- ontroeren werkwoord (ontroer, ontroert, ontroerde, ontroerden, ontroerd)
- aangrijpen werkwoord (grijp aan, grijpt aan, greep aan, grepen aan, aangegrepen)
émouvoir (attendrir; adoucir; radoucir; amollir; s'attendrir; se ramollir)
vertederen
- vertederen werkwoord (verteder, vertedert, vertederde, vertederden, vertederd)
émouvoir (apitoyer; atténuer; adoucir; radoucir; amollir; attendrir; modérer; s'attendrir)
vermurwen
- vermurwen werkwoord (vermurw, vermurwt, vermurwde, vermurwden, vermurwd)

Conjugations for émouvoir:

Présent

émeus
émeus
émeut
émouvons
émouvez
émeuvent

imparfait

émouvais
émouvais
émouvait
émouvions
émouviez
émouvaient

passé simple

émus
émus
émut
émûmes
émûtes
émurent

futur simple

émouvrai
émouvras
émouvra
émouvrons
émouvrez
émouvront

subjonctif présent

que j'émeuve
que tu émeuves
qu'il émeuve
que nous émouvions
que vous émouviez
qu'ils émeuvent

conditionnel présent

émouvrais
émouvrais
émouvrait
émouvrions
émouvriez
émouvraient

passé composé

ai ému
as ému
a ému
avons ému
avez ému
ont ému

divers

émeus!
émouvez!
émouvons!
ému
émouvant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor émouvoir:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aangrijpen		empoigne; prise
raken		fait d'affecter; fait de toucher à
treffen		fait d'affecter; fait de toucher à; rencontre
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aangrijpen	attendrir; toucher; émotionner; émouvoir	appliquer; consacrer; employer; engager; faire usage de; prendre en service; utiliser
ontroeren	atteindre; attendrir; concerner; remuer; toucher; émotionner; émouvoir
raken	atteindre; concerner; remuer; toucher; émouvoir	aborder; aboutir à; arriver à; atteindre; atterrir; battre; concerner; faire une saut à; influencer; regarder; s'agir de; se rapporter à; se retrouver; tomber dans; toucher
treffen	atteindre; concerner; remuer; toucher; émouvoir	aborder; aboutir à; arriver à; atteindre; atterrir; battre; concerner; croiser; découvrir; faire une saut à; influencer; joindre; rencontrer; réunir; se rapporter à; se rencontrer; se retrouver; se réunir; se voir; tomber dans; tomber sur; toucher; trouver
vermurwen	adoucir; amollir; apitoyer; attendrir; atténuer; modérer; radoucir; s'attendrir; émouvoir
vertederen	adoucir; amollir; attendrir; radoucir; s'attendrir; se ramollir; émouvoir

Synoniemen voor "émouvoir":

alarmer; alerter; effrayer; inquiéter; ennuyer; effaroucher; apeurer; épouvanter; terrifier; affoler; angoisser; apitoyer; compatir; plaindre; attendrir; amollir; émotionner; impressionner; troubler; toucher; remuer; affecter; attrister; saisir; exciter; enflammer; retourner; intéresser; captiver; retenir; attacher; passionner; charmer; animer; regarder; aimer; cultiver; déplacer; bouger; rentrer; renvoyer; bêcher; chavirer; fouiller; rendre; rebrousser; révolutionner; bouleverser; changer; palper; aborder; jouer

Wiktionary: émouvoir

émouvoir

verb

provoquer une émotion.
- émouvoir → aangrijpen; bewegen; ontroeren; agiteren; ophitsen; opruien; opstoken; opwinden; schudden

émouvoir

verb

gevoelens van medeleven, vertedering of getroffenheid oproepen
- ontroeren → émouvoir; bouleverser

Cross Translation:

From	To	Via
• émouvoir	→ emotioneren; ontroeren	↔ affect — to move to emotion
• émouvoir	→ ontroeren; ontzetten; aangrijpen; bewegen; roeren	↔ move — to arouse the feelings or passions of
• émouvoir	→ ophitsen; agiteren; opruien	↔ agitieren — aufwiegeln, Unruhe stiften
• émouvoir	→ bewegen	↔ bewegen — jemanden bewegen: psychisch beeindrucken

se mouvoir:

se mouvoir werkwoord

se mouvoir (avancer)
gaan; lopen; zich voortbewegen; stappen
- gaan werkwoord (ga, gaat, ging, gingen, gegaan)
- lopen werkwoord (loop, loopt, liep, liepen, gelopen)
- zich voortbewegen werkwoord
- stappen werkwoord (stap, stapt, stapte, stapten, gestapt)
se mouvoir (bouger)
zich bewegen
- zich bewegen werkwoord
se mouvoir (bouger; remuer)
verroeren
- verroeren werkwoord (verroer, verroert, verroerde, verroerden, verroerd)

Vertaal Matrix voor se mouvoir:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lopen		acte de marcher; va-et-vient
stappen		démarches; marches; pas
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gaan	avancer; se mouvoir	abandonner; aller; dissoudre; décomposer; défaire; délier; détacher; partir; quitter; s'en aller; se rendre à; subdiviser
lopen	avancer; se mouvoir	couler; faire un tour; s'écouler; se balader; se promener
stappen	avancer; se mouvoir	faire la fête; faire la java; faire la noce; sortir
verroeren	bouger; remuer; se mouvoir
zich bewegen	bouger; se mouvoir
zich voortbewegen	avancer; se mouvoir

Wiktionary: se mouvoir

se mouvoir

verb

zich bewegen
- bewegen → se mouvoir

Verwante vertalingen van se mouvoir

émouvoir
se

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: se mouvoir

Uitgebreide vertaling voor se mouvoir (Frans) in het Nederlands

mouvoir:

Synoniemen voor "mouvoir":

Wiktionary: mouvoir

émouvoir:

émouvoir werkwoord (émeus, émeut, émouvons, émouvez, émeuvent, émouvais, émouvait, émouvions, émouviez, émouvaient, émus, émut, émûmes, émûtes, émurent, émouvrai, émouvras, émouvra, émouvrons, émouvrez, émouvront)

émouvoir (toucher; atteindre; concerner; remuer)

émouvoir (émotionner; toucher; attendrir)

émouvoir (attendrir; adoucir; radoucir; amollir; s'attendrir; se ramollir)

émouvoir (apitoyer; atténuer; adoucir; radoucir; amollir; attendrir; modérer; s'attendrir)

Conjugations for émouvoir:

Présent

imparfait

passé simple

futur simple

subjonctif présent

conditionnel présent

passé composé

divers

Vertaal Matrix voor émouvoir:

Synoniemen voor "émouvoir":

Wiktionary: émouvoir

se mouvoir:

se mouvoir werkwoord

se mouvoir (avancer)

se mouvoir (bouger)

se mouvoir (bouger; remuer)

Vertaal Matrix voor se mouvoir:

Wiktionary: se mouvoir

Verwante vertalingen van se mouvoir