Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tissu:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor tissu (Frans) in het Nederlands

tissu:

tissu [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le tissu
    het weefsel; weefsel anatomie
  2. le tissu (étoffe; contexture)
    geweven stof; het weefsel
  3. le tissu (textile)
    textielwaren; de textiel; het weefsel
  4. le tissu (chiffon; torchon)
    de poetslap; de lap
    • poetslap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. le tissu (pièce de tissu; lambeau; chiffon; )
    stuk stof; de lap
    • stuk stof [znw.] zelfstandig naamwoord
    • lap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tissu:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geweven stof contexture; tissu; étoffe
lap chiffon; coupon; lambeau; métrage; pièce de tissu; tissu; torchon chiffe; chiffon; gnognotte; guenille; haillon; lambeau; loque; papier; petit coupon; torchon
poetslap chiffon; tissu; torchon
stuk stof chiffon; coupon; lambeau; métrage; pièce de tissu; tissu; torchon
textiel textile; tissu
textielwaren textile; tissu
weefsel contexture; textile; tissu; étoffe
weefsel anatomie tissu
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
textiel textile

Synoniemen voor "tissu":


Wiktionary: tissu

tissu
noun
  1. À trier …
tissu
noun
  1. weefsel, textiel
  2. een dunne geweven stof of textiel
  3. een groep van gelijkaardige lichaamscellen die dezelfde functie in een levend organisme vervullen

Cross Translation:
FromToVia
tissu kleed; doek cloth — woven fabric
tissu vod cloth — a piece of cloth
tissu weefsel; stof fabric — material made of fibers
tissu naaigoed; materiaal material — cloth
tissu weefsel tissue — woven fabric
tissu weefsel tissue — aggregation of cells
tissu weefsel weave — a type or way of weaving
tissu weefsel Gewebein Lebewesen: ein Verband aus annähernd gleichartigen Zellen
tissu weefsel Gewebe — aus einem Garn hergestellter Stoff

Verwante vertalingen van tissu