Frans

Uitgebreide vertaling voor tomber en morceaux (Frans) in het Nederlands

tomber en morceaux:

tomber en morceaux werkwoord

  1. tomber en morceaux (dissoudre; démonter; démolir; )
    uiteenvallen; desintegreren; uit elkaar vallen
    • uiteenvallen werkwoord (val uiteen, valt uiteen, viel uiteen, vielen uiteen, uiteengevallen)
    • desintegreren werkwoord
    • uit elkaar vallen werkwoord (val uit elkaar, valt uit elkaar, viel uit elkaar, vielen uit elkaar, uit elkaar gevallen)
  2. tomber en morceaux (tomber en pièces; casser; se briser)
    aan stukken vallen; stukvallen
    • aan stukken vallen werkwoord (val aan stukken, valt aan stukken, viel aan stukken, vielen aan stukken, aan stukken gevallen)
    • stukvallen werkwoord (val stuk, valt stuk, viel stuk, vielen stuk, stukgevallen)
  3. tomber en morceaux (s'effrondrer; se délabrer; se désagréger; tomber en ruine)
  4. tomber en morceaux (se briser; se casser; rompre; tomber en pièces)
    kapotgaan; stukgaan; onklaar raken
    • kapotgaan werkwoord (ga kapot, gaat kapot, ging kapot, gingen kapot, kapot gegaan)
    • stukgaan werkwoord (ga stuk, gaat stuk, ging stuk, gingen stuk, stukgegaan)
    • onklaar raken werkwoord

Vertaal Matrix voor tomber en morceaux:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan stukken vallen casser; se briser; tomber en morceaux; tomber en pièces
desintegreren dissoudre; décomposer; défaire; démolir; démonter; se décomposer; tomber en décadence; tomber en morceaux; tomber en ruine
in elkaar storten s'effrondrer; se délabrer; se désagréger; tomber en morceaux; tomber en ruine craquer; s'écrouler
kapotgaan rompre; se briser; se casser; tomber en morceaux; tomber en pièces disparaître; décéder; mourir; rendre l'âme
onklaar raken rompre; se briser; se casser; tomber en morceaux; tomber en pièces
stukgaan rompre; se briser; se casser; tomber en morceaux; tomber en pièces
stukvallen casser; se briser; tomber en morceaux; tomber en pièces
ten gronde gaan s'effrondrer; se délabrer; se désagréger; tomber en morceaux; tomber en ruine
uit elkaar vallen dissoudre; décomposer; défaire; démolir; démonter; se décomposer; tomber en décadence; tomber en morceaux; tomber en ruine
uiteenvallen dissoudre; décomposer; défaire; démolir; démonter; se décomposer; tomber en décadence; tomber en morceaux; tomber en ruine

Wiktionary: tomber en morceaux


Cross Translation:
FromToVia
tomber en morceaux instorten; uit elkaar vallen; uiteenvallen fall apart — intransitive: break into pieces through being in a dilapidated state

Verwante vertalingen van tomber en morceaux