Frans

Uitgebreide vertaling voor ton (Frans) in het Nederlands

ton:

ton bijvoeglijk naamwoord

  1. ton (ta; tes)
    jouw; je
    • jouw bijvoeglijk naamwoord
    • je bijvoeglijk naamwoord

ton [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le ton (son; sonorité; voix; )
    de klank; de toon; klankgeluid
    • klank [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • toon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • klankgeluid [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. le ton (note de musique)
    de muzieknoot; de toon
    • muzieknoot [de ~] zelfstandig naamwoord
    • toon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. le ton (timbre; son; voix; )
    het timbre; de intonatie; de klankkleur; klanktint
  4. le ton (tonalité; mode)
    de tonaliteit; de toonsoort; de toonaard
  5. le ton (hauteur tonale; tonée)
    de toonhoogte; de toon
    • toonhoogte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • toon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. le ton (nuance de couleur; nuance; teinte; tonalité)
    de nuance; de kleurschakering; de kleurnuance; de tint
  7. le ton (inflexion de la voix; composition; cadence; intonation; accent)
    de modulatie; de compositie; de toonzetting; de intonatie; de toonval; de stembuiging

Vertaal Matrix voor ton:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compositie accent; cadence; composition; inflexion de la voix; intonation; ton
intonatie accent; cadence; composition; inflexion de la voix; intonation; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix
klank accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix
klankgeluid accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix
klankkleur accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix
klanktint accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix
kleurnuance nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité
kleurschakering nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité
modulatie accent; cadence; composition; inflexion de la voix; intonation; ton
muzieknoot note de musique; ton
nuance nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité
stembuiging accent; cadence; composition; inflexion de la voix; intonation; ton
timbre accent; musique; note; son; sonorité; teinte; timbre; ton; voix
tint nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité accent; colorant; coloration; couleur; nuance; rougeur; teint; teinte; teinture
tonaliteit mode; ton; tonalité
toon accent; hauteur tonale; musique; note; note de musique; son; sonorité; teinte; timbre; ton; tonée; voix accent; colorant; coloration; couleur; nuance; rougeur; teint; teinte; teinture
toonaard mode; ton; tonalité
toonhoogte hauteur tonale; ton; tonée
toonsoort mode; ton; tonalité
toonval accent; cadence; composition; inflexion de la voix; intonation; ton
toonzetting accent; cadence; composition; inflexion de la voix; intonation; ton
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
je te; toi
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
je ta; tes; ton te; tu; à toi
jouw ta; tes; ton

Synoniemen voor "ton":


Wiktionary: ton

ton ton
pronoun
  1. informeel|nld van jou

Cross Translation:
FromToVia
ton kamertoon KammertonMusik: der gemeinsame Ton, auf den die Instrumente einer Musikgruppe eingestimmt werden
ton toonhoogte pitch — the perceived frequency of a sound or note
ton schakering shade — variety of color
ton je thy — possessive determiner
ton toon; noot tone — specific pitch, quality and duration; a note
ton toon tone — pitch of a word that distinguishes a difference in meaning
ton je; jouw; uw your — belonging to you (singular; one owner)

Verwante vertalingen van ton



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ton (Nederlands) in het Frans

ton:

ton [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de ton (vat; barrel; fust; )
    la tonne; le seau; le fût; le tonneau; le baril; la cuvette; la bassine; la cuve
    • tonne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • seau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fût [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tonneau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • baril [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cuvette [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bassine [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cuve [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ton:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baril bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
bassine bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
cuve bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat bak; container; kuip; regenbak; reservoir; stortbak; tank; tobbe; trog; voederkrib; voedertrog; waskuip; waterreservoir
cuvette bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat del; duinpan; duinvallei; kit; kolenbak; kolenemmer; kolenkit; lampetkan; lampetkom; wasbak; waskom
fût bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat
seau bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat aker; schepemmer; schepper
tonne bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat scheepston
tonneau bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat scheepston

Verwante woorden van "ton":


Verwante definities voor "ton":

  1. duizend kilo1
    • de auto weegt meer dan een ton1
  2. honderdduizend gulden1
    • dat huis kost meer dan een ton1
  3. vat dat in het midden wijder is dan aan de onder- en bovenkant1
    • het water van het dak loopt in de regenton1

Wiktionary: ton

ton
noun
  1. Grand récipient de bois, de forme à peu près cylindrique, mais renfler dans son milieu, à fonds plats, qui est fait de planches ou douves arquer, maintenues par des cercles de fer, et qui sert à contenir des liquides ou certaines autres [[marchandi

Cross Translation:
FromToVia
ton barrique; tonneau barrel — round vessel made from staves bound with a hoop
ton fût; tonneau; barrique cask — a large barrel for the storage of liquid
ton tonne metric ton — unit of mass equal to 1000 kilograms
ton tonne ton — unit of weight