Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: tourisme

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: tourisme

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

tourisme:
- toerisme; tourisme; vreemdelingenverkeer
Wiktionary:
- tourisme → toerisme
- tourisme → toerisme

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

tourisme:
- mouvement touristique; tourisme
toerisme:
- mouvement touristique; tourisme
Wiktionary:
- toerisme → tourisme
- toerisme → tourisme

Frans

Uitgebreide vertaling voor tourisme (Frans) in het Nederlands

tourisme:

tourisme [le ~] zelfstandig naamwoord

le tourisme (mouvement touristique)
het toerisme; tourisme; het vreemdelingenverkeer
- toerisme [het ~] zelfstandig naamwoord
- tourisme [znw.] zelfstandig naamwoord
- vreemdelingenverkeer [het ~] zelfstandig naamwoord
le tourisme
het toerisme
- toerisme [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tourisme:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
toerisme	mouvement touristique; tourisme
tourisme	mouvement touristique; tourisme
vreemdelingenverkeer	mouvement touristique; tourisme

Wiktionary: tourisme

tourisme

noun

action de voyager pour son plaisir.
- tourisme → toerisme

tourisme

noun

het reizen voor ontspanning
- toerisme → tourisme

Cross Translation:

From	To	Via
• tourisme	→ toerisme	↔ Tourismus — Gesamtheit des Fremdenverkehrs
• tourisme	→ toerisme	↔ tourism — the act of travelling or sightseeing

Verwante vertalingen van tourisme

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tourisme (Nederlands) in het Frans

tourisme:

tourisme [znw.] zelfstandig naamwoord

tourisme (toerisme; vreemdelingenverkeer)
le mouvement touristique; le tourisme
- mouvement touristique [le ~] zelfstandig naamwoord
- tourisme [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tourisme:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mouvement touristique	toerisme; tourisme; vreemdelingenverkeer
tourisme	toerisme; tourisme; vreemdelingenverkeer	toerisme

tourisme vorm van toerisme:

toerisme [het ~] zelfstandig naamwoord

het toerisme (tourisme; vreemdelingenverkeer)
le mouvement touristique; le tourisme
- mouvement touristique [le ~] zelfstandig naamwoord
- tourisme [le ~] zelfstandig naamwoord
het toerisme
le tourisme
- tourisme [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toerisme:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mouvement touristique	toerisme; tourisme; vreemdelingenverkeer
tourisme	toerisme; tourisme; vreemdelingenverkeer

Wiktionary: toerisme

toerisme

noun

het reizen voor ontspanning
- toerisme → tourisme

toerisme

noun

action de voyager pour son plaisir.
- tourisme → toerisme

Cross Translation:

From	To	Via
• toerisme	→ tourisme	↔ Tourismus — Gesamtheit des Fremdenverkehrs
• toerisme	→ tourisme	↔ tourism — the act of travelling or sightseeing