Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. victoire:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor victoire (Frans) in het Nederlands

victoire:

victoire [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la victoire (triomphe)
    de overwinning; de triomf; de zege
    • overwinning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • triomf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zege [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor victoire:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overwinning triomphe; victoire
triomf triomphe; victoire grande victoire; triomphe
zege triomphe; victoire

Synoniemen voor "victoire":


Wiktionary: victoire

victoire
noun
  1. avantage qu’on remporter sur les ennemis dans une guerre, dans une bataille.
victoire
Cross Translation:
FromToVia
victoire zege; overwinning Sieg — das Gewinnen eines (Wett-) Kampfes
victoire overwinning; zege victory — an instance of having won a competition or battle
victoire overwinning win — individual victory

Verwante vertalingen van victoire