Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: vigueur

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: vigueur

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. vigueur:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor vigueur (Frans) in het Nederlands

vigueur:

vigueur [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la vigueur (énergie; solidité; dynamique; force; intensité)
    de sterkte; de dynamiek; de kracht; de energie; fiksheid; de felheid
    • sterkte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • dynamiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kracht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • energie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • fiksheid [znw.] zelfstandig naamwoord
    • felheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. la vigueur (jeunesse; fraîcheur)
    de jeugdigheid; de jeugd
    • jeugdigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • jeugd [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. la vigueur (courage; bravoure; intrépidité; )
    de moed; onversaagdheid; de dapperheid; de koenheid
  4. la vigueur (validité; force de loi; légitimité; légalité)
    de geldigheid; de gelding
    • geldigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gelding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. la vigueur (énergie; dynamisme; force)
    de krachtdadigheid
  6. la vigueur (force physique)
    de lichaamskracht
  7. la vigueur (dynamisme; nerf; énergie)
    de pittigheid
  8. la vigueur (fait d'être éveillé; vivacité)
    wakker zijn
  9. la vigueur (énergie)
    daadkrachtigheid
  10. la vigueur (endurcissement; solidité)
    gehardheid; gestaaldheid

Vertaal Matrix voor vigueur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daadkrachtigheid vigueur; énergie
dapperheid bravoure; courage; fermeté; hardiesse; intrépidité; solidité; vaillance; vigueur
dynamiek dynamique; force; intensité; solidité; vigueur; énergie force propulsive; poussée; propulsion
energie dynamique; force; intensité; solidité; vigueur; énergie ardeur; caractère; dynamisme; force; mentalité; poussée; propulsion; ressort; vitalité; âme; énergie
felheid dynamique; force; intensité; solidité; vigueur; énergie ardeur; feu; force; fougue; intensité; passion; verve; violence; véhémence
fiksheid dynamique; force; intensité; solidité; vigueur; énergie
gehardheid endurcissement; solidité; vigueur
geldigheid force de loi; légalité; légitimité; validité; vigueur défendabilité; justesse d'argumentation; validité
gelding force de loi; légalité; légitimité; validité; vigueur
gestaaldheid endurcissement; solidité; vigueur
jeugd fraîcheur; jeunesse; vigueur enfance; jeunes; jeunes gens; jeunesse
jeugdigheid fraîcheur; jeunesse; vigueur
koenheid bravoure; courage; fermeté; hardiesse; intrépidité; solidité; vaillance; vigueur audace; courage; cran; culot; hardiesse; intrépidité; témérité
kracht dynamique; force; intensité; solidité; vigueur; énergie ardeur; capacité; caractère; côté fort; dynamisme; feu; force; fougue; intensité; passion; poussée; pouvoir; pouvoirs; propulsion; puissance; ressort; verve; violence; vitalité; véhémence; âme; énergie
krachtdadigheid dynamisme; force; vigueur; énergie
lichaamskracht force physique; vigueur
moed bravoure; courage; fermeté; hardiesse; intrépidité; solidité; vaillance; vigueur audace; bravoure; courage; cran; culot; hardiesse; héroïsme; témérité; vaillance
onversaagdheid bravoure; courage; fermeté; hardiesse; intrépidité; solidité; vaillance; vigueur
pittigheid dynamisme; nerf; vigueur; énergie
sterkte dynamique; force; intensité; solidité; vigueur; énergie citadelle; côté fort; côté fortifié; force; puissance
wakker zijn fait d'être éveillé; vigueur; vivacité
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wakker zijn être éveillé
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kracht puissance

Synoniemen voor "vigueur":


Wiktionary: vigueur

vigueur
noun
  1. Force ; plénitude ; énergie ; fougue.

Verwante vertalingen van vigueur







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0365 seconde
Page rendered in 1.0 seconds