Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. époussetage:


Frans

Uitgebreide vertaling voor époussetage (Frans) in het Nederlands

époussetage:

époussetage [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'époussetage
    afnemen; afstoffen; afwissen

Vertaal Matrix voor époussetage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afnemen époussetage diminution de force; décroissement de force
afstoffen époussetage
afwissen époussetage
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afnemen aliéner; aller chercher; amenuiser; amoindrir; améliorer; baisser; barboter; chasser; chiper; choper; collecter; diminuer; décliner; décroître; défaillir; dépoussiérer; dérober; emporter; enlever; enlever la poussière; expulser; faucher; lever; marauder; nettoyer; piller; piquer; prendre; rafler; ramasser; recueillir; renvoyer; repousser; retirer; réduire; régresser; rétrécir; s'emparer; se contracter; se débarrasser de; se restreindre; se rétrécir; subtiliser; voler; écarter; éloigner; épousseter; ôter; ôter la poussière
afstoffen dépoussiérer; enlever la poussière; nettoyer; épousseter; ôter la poussière
afwissen essuyer; éponger

Synoniemen voor "époussetage":