Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor étourdissement (Frans) in het Nederlands

étourdissement:

étourdissement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'étourdissement (éblouissement)
    de duizeligheid
  2. l'étourdissement (vertige)
    de duizeling
  3. l'étourdissement (engourdissement; anesthésie; amortissement; assoupissement)
    de verdoving
  4. l'étourdissement (vertige; ivresse; griserie)
    de zwijmel
    • zwijmel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. l'étourdissement (engourdissement)
    verdoofdheid; de gevoelloosheid
  6. l'étourdissement (évanouissement; défaillance; torpeur; anesthésie; griserie)
    de bedwelming; de versuffing; de flauwte; zwijm
    • bedwelming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • versuffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • flauwte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zwijm [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor étourdissement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedwelming anesthésie; défaillance; griserie; torpeur; étourdissement; évanouissement
duizeligheid éblouissement; étourdissement
duizeling vertige; étourdissement
flauwte anesthésie; défaillance; griserie; torpeur; étourdissement; évanouissement défaillance; faiblesse; pâmoison; syncope; évanouissement
gevoelloosheid engourdissement; étourdissement anesthésie; assourdissement; impassibilité; indifférence; insensibilité
verdoofdheid engourdissement; étourdissement
verdoving amortissement; anesthésie; assoupissement; engourdissement; étourdissement anesthésie; narcose
versuffing anesthésie; défaillance; griserie; torpeur; étourdissement; évanouissement
zwijm anesthésie; défaillance; griserie; torpeur; étourdissement; évanouissement défaillance; faiblesse; pâmoison; syncope; évanouissement
zwijmel griserie; ivresse; vertige; étourdissement

Synoniemen voor "étourdissement":


Verwante vertalingen van étourdissement