Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ancienneté:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor ancienneté (Frans) in het Nederlands

ancienneté:

ancienneté [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'ancienneté (vieillesse; âge)
    de oudheid
    • oudheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. l'ancienneté (grand âge; âge; vieillesse; âge avancé)
    de ouderdom
    • ouderdom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. l'ancienneté (nombre d'années de service)
    de anciënniteit; aantal dienstjaren
  4. l'ancienneté (âge d'homme; âge; vieillesse; âge avancé)
    de mensenleeftijd
  5. l'ancienneté
    de anciënniteit

Vertaal Matrix voor ancienneté:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantal dienstjaren ancienneté; nombre d'années de service
anciënniteit ancienneté; nombre d'années de service
mensenleeftijd ancienneté; vieillesse; âge; âge avancé; âge d'homme
ouderdom ancienneté; grand âge; vieillesse; âge; âge avancé
oudheid ancienneté; vieillesse; âge

Synoniemen voor "ancienneté":


Wiktionary: ancienneté

ancienneté
Cross Translation:
FromToVia
ancienneté senioriteit seniority — time