Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal armature

Vertaal armature van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

armature:
- bewapening; muuranker; anker; beslag
Wiktionary:
- armature → wapening
- armature → raamwerk
Gebruikers suggesties voor armature:
- armatuur

Frans

Uitgebreide vertaling voor armature (Frans) in het Nederlands

armature:

armature [la ~] zelfstandig naamwoord

l'armature (armement; feraillage; équipement)
de bewapening
- bewapening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'armature (ancre)
het muuranker; het anker
- muuranker [het ~] zelfstandig naamwoord
- anker [het ~] zelfstandig naamwoord
l'armature (pâte; saisie; garniture; ferrure; fermoir)
het beslag
- beslag [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor armature:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
anker	ancre; armature	ancre
beslag	armature; fermoir; ferrure; garniture; pâte; saisie
bewapening	armature; armement; feraillage; équipement	armement
muuranker	ancre; armature

Synoniemen voor "armature":

ossature; charpente; squelette; carcasse; échafaudage; treillis; bâti; support; soutien; base; structure; architecture; nervure; assemblage; châssis; composition; constitution; agencement; construction; contexture; disposition; organisation; forme; colonne; pylône; socle; piédestal; chevalet; trépied

Wiktionary: armature

armature

noun

arts|fr ensemble des pièces de bois ou de métal qui servent à maintenir les parties d’un ouvrage, en construction ou achever :
- armature → wapening

Cross Translation:

From	To	Via
• armature	→ raamwerk	↔ frame — structural elements of a building or other constructed object

Verwante vertalingen van armature