Frans

Uitgebreide vertaling voor blanchir (Frans) in het Nederlands

blanchir:

blanchir werkwoord (blanchis, blanchit, blanchissons, blanchissez, )

  1. blanchir (laver à grande eau; laver; rincer; délaver; passer à l'eau)
    wassen; uitwassen
    • wassen werkwoord (was, wast, waste, wasten, gewassen)
    • uitwassen werkwoord (was uit, wast uit, waste uit, wasten uit, uitgewassen)
  2. blanchir
    witwassen
    • witwassen werkwoord (was wit, wast wit, waste wit, wasten wit, wit gewassen)
  3. blanchir (déclarer innocent; acquitter; décharger; )
    vrijspreken; dechargeren; zuiveren; onschuldig verklaren; vrijpleiten
    • vrijspreken werkwoord (spreek vrij, spreekt vrij, sprak vrij, spraken vrij, vrijgesproken)
    • dechargeren werkwoord (dechargeer, dechargeert, dechargeerde, dechargeerden, gedechargeerd)
    • zuiveren werkwoord (zuiver, zuivert, zuiverde, zuiverden, gezuiverd)
    • onschuldig verklaren werkwoord (verklaar onschuldig, verklaart onschuldig, verklaarde onschuldig, verklaarden onschuldig, onschuldig verklaard)
    • vrijpleiten werkwoord (pleit vrij, pleitte vrij, pleitten vrij, vrijgepleit)
  4. blanchir (laver)
    schoonwassen
    • schoonwassen werkwoord (was schoon, wast schoon, waste schoon, wasten schoon, schoongewassen)
  5. blanchir (devenir gris)
  6. blanchir (devenir blanc)

Conjugations for blanchir:

Présent
  1. blanchis
  2. blanchis
  3. blanchit
  4. blanchissons
  5. blanchissez
  6. blanchissent
imparfait
  1. blanchissais
  2. blanchissais
  3. blanchissait
  4. blanchissions
  5. blanchissiez
  6. blanchissaient
passé simple
  1. blanchis
  2. blanchis
  3. blanchit
  4. blanchîmes
  5. blanchîtes
  6. blanchirent
futur simple
  1. blanchirai
  2. blanchiras
  3. blanchira
  4. blanchirons
  5. blanchirez
  6. blanchiront
subjonctif présent
  1. que je blanchisse
  2. que tu blanchisses
  3. qu'il blanchisse
  4. que nous blanchissions
  5. que vous blanchissiez
  6. qu'ils blanchissent
conditionnel présent
  1. blanchirais
  2. blanchirais
  3. blanchirait
  4. blanchirions
  5. blanchiriez
  6. blanchiraient
passé composé
  1. ai blanchi
  2. as blanchi
  3. a blanchi
  4. avons blanchi
  5. avez blanchi
  6. ont blanchi
divers
  1. blanchis!
  2. blanchissez!
  3. blanchissons!
  4. blanchi
  5. blanchissant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor blanchir:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wassen enflure; gonflement; lavage; nettoyage
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dechargeren acquitter; blanchir; disculper; décharger; déclarer innocent; innocenter; laver
onschuldig verklaren acquitter; blanchir; disculper; décharger; déclarer innocent; innocenter; laver
schoonwassen blanchir; laver
uitwassen blanchir; délaver; laver; laver à grande eau; passer à l'eau; rincer laver
vergrijzen blanchir; devenir gris
vrijpleiten acquitter; blanchir; disculper; décharger; déclarer innocent; innocenter; laver plaider l'acquittement
vrijspreken acquitter; blanchir; disculper; décharger; déclarer innocent; innocenter; laver
wassen blanchir; délaver; laver; laver à grande eau; passer à l'eau; rincer croître; pousser; prospérer
wit worden blanchir; devenir blanc blêmir; pâlir; se faner
witwassen blanchir
zuiveren acquitter; blanchir; disculper; décharger; déclarer innocent; innocenter; laver laver; nettoyer; nettoyer à fond; purger; purifier; récurer; éponger; épurer
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wassen ciré

Synoniemen voor "blanchir":


Wiktionary: blanchir

blanchir
verb
  1. rendre blanc, couvrir d’une couche blanche.
blanchir
verb
  1. witter of lichter doen worden

Cross Translation:
FromToVia
blanchir verbleken blanch — to grow or become white
blanchir bleken blanch — to make white
blanchir blancheren blanch — to cook by dipping briefly into boiling water, then directly into cold water
blanchir bleken bleach — to treat with bleach
blanchir vrijspreken; blaam zuiveren vindicate — to clear from an accusation, suspicion or criticism
blanchir blancheren blanchierenGastronomie: mit kochendem Wasser übergießen oder einige Sekunden in heißem Wasser kochen lassen

Verwante vertalingen van blanchir