Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor bobiner (Frans) in het Nederlands

bobiner:

bobiner werkwoord (bobine, bobines, bobinons, bobinez, )

  1. bobiner (renvider)
    opwikkelen; opwinden; haspelen; op een haspel winden; opklossen
    • opwikkelen werkwoord (wikkel op, wikkelt op, wikkelde op, wikkelden op, opgewikkeld)
    • opwinden werkwoord (wind op, windt op, wond op, wonden op, opgewonden)
    • haspelen werkwoord (haspel, haspelt, haspelde, haspelden, gehaspeld)
    • opklossen werkwoord
  2. bobiner (écorcher; retrousser; rouler; enrouler; trousser)
    stropen; ontvellen
    • stropen werkwoord (stroop, stroopt, stroopte, stroopten, gestroopt)
    • ontvellen werkwoord (ontvel, ontvelt, ontvelde, ontvelden, ontveld)

Conjugations for bobiner:

Présent
  1. bobine
  2. bobines
  3. bobine
  4. bobinons
  5. bobinez
  6. bobinent
imparfait
  1. bobinais
  2. bobinais
  3. bobinait
  4. bobinions
  5. bobiniez
  6. bobinaient
passé simple
  1. bobinai
  2. bobinas
  3. bobina
  4. bobinâmes
  5. bobinâtes
  6. bobinèrent
futur simple
  1. bobinerai
  2. bobineras
  3. bobinera
  4. bobinerons
  5. bobinerez
  6. bobineront
subjonctif présent
  1. que je bobine
  2. que tu bobines
  3. qu'il bobine
  4. que nous bobinions
  5. que vous bobiniez
  6. qu'ils bobinent
conditionnel présent
  1. bobinerais
  2. bobinerais
  3. bobinerait
  4. bobinerions
  5. bobineriez
  6. bobineraient
passé composé
  1. ai bobiné
  2. as bobiné
  3. a bobiné
  4. avons bobiné
  5. avez bobiné
  6. ont bobiné
divers
  1. bobine!
  2. bobinez!
  3. bobinons!
  4. bobiné
  5. bobinant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor bobiner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontvellen écorchement; éraflure
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
haspelen bobiner; renvider cochonner; embrouiller
ontvellen bobiner; enrouler; retrousser; rouler; trousser; écorcher
op een haspel winden bobiner; renvider
opklossen bobiner; renvider
opwikkelen bobiner; renvider
opwinden bobiner; renvider aiguillonner; aiguiser; allumer; ameuter; exciter; inciter; picoter; piquer; stimuler
stropen bobiner; enrouler; retrousser; rouler; trousser; écorcher dépouiller; écorcher

Synoniemen voor "bobiner":