Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bois à brûler:


Frans

Uitgebreide vertaling voor bois à brûler (Frans) in het Nederlands

bois à brûler:

bois à brûler [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le bois à brûler (bois de chauffage; bûche; rondin; tison)
    het brandhout

Vertaal Matrix voor bois à brûler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brandhout bois de chauffage; bois à brûler; bûche; rondin; tison bois de chauffage

Verwante vertalingen van bois à brûler